Wat is bestialiteit?

Zoöfilie (zooerastie) is een parafilie die gedefinieerd wordt als de aantrekkingskracht die iemand voelt tot dieren of de erkenning van dieren als seksueel aantrekkelijk. De term 'zoöfilie' werd in 1894 voorgesteld door de Duitse psychiater Richard Krafft-Ebing in zijn boek 'Sexual Psychopathies'.

Het is geen geheim dat in de oudheid de houding ten opzichte van seksuele aantrekkingskracht tot dieren en het ontvangen van seksuele bevrediging in contacten met hen aanzienlijk verschilde van de moderne. De primitieve mens "vond het niet vreemd dat een geest of dier hartstochtelijk kon worden aangewakkerd voor een mens, zoals dat bij mensen gebeurt; en aangezien hij gewend was geesten en dieren te antropomorfiseren en zelfs te idealiseren, was hij helemaal niet geschokt door de mogelijkheid van seksuele gemeenschap met deze wezens. Integendeel, hun gunst is bijzonder aantrekkelijk voor hem en wekt een gevoel van trots op. Niet alleen in de folklore, maar ook in het dagelijks leven, zijn er "betrouwbare" verhalen te horen over meisjes die verliefd werden op een of ander dier, ernaar verlangden en plotseling verdwenen en vervolgens terugkeerden als moeders van kinderen geboren uit een samenwoning met hun geliefden", schrijft de vooraanstaande Russische etnograaf van de late 19e eeuw, L. Ya. Sternberg.

De Griekse mythologie biedt talloze voorbeelden van seksuele relaties met dieren, niet alleen met goden die hun vorm aannamen (de ontvoering van Europa, het verhaal van Leda, enz.), maar ook met echte vertegenwoordigers van de fauna (het bekendste verhaal gaat over de vrouw van de Kretenzische koning Minos, Pasiphae, die verliefd werd op een stier en de Minotaurus ter wereld bracht, die later door Perseus werd verslagen). De moeder van Alexander de Grote beweerde dat haar zoon uit een goddelijke slang was geboren. Een van de beste voorbeelden van oud proza, Apuleius' Metamorfosen, bevat een beroemde beschrijving van seksuele gemeenschap tussen een "edele en rijke matrone" en een held die in een ezel is veranderd (het is belangrijk om op te merken dat de vrouw hem voor een echte ezel houdt).

De Chinezen waren zich niet minder bewust van de seksuele mogelijkheden van dieren. Een Chinese rol uit de 19e eeuw, bewaard in de Hermitage, bevat een afbeelding van een Europese vrouw die haar geslachtsdelen aanbiedt aan de tong van een over haar gebogen ezel. De aquarel "Herinnering aan de geliefde ezel" werd eveneens in de 19e eeuw gemaakt en bevindt zich in een van de privécollecties van Moskou. Het is opmerkelijk dat de ezel wordt gedroomd door een man – een deelnemer aan een heteroseksuele erotische scène.

De dienaren van de Baälcultus in Klein-Azië – "toegewijde" jongeren (in het Hebreeuws kedeschim genoemd) – hielden zich niet alleen bezig met prostitutie ten behoeve van de tempel, maar hielden ook speciale honden die voor hetzelfde doel waren getraind. Het geld dat met de verkoop van deze honden werd verdiend, werd "hondengeld" genoemd. De verspreiding van bestialiteit onder de oude Joden kan worden afgeleid uit het feit dat het specifiek verboden was door de geboden van Mozes: "Je mag niet met een dier slapen om jezelf daarmee te verontreinigen, en een vrouw mag geen overspel plegen met een dier... Wie zich met een dier verontreinigt, die zal sterven! En het dier evenzo" (Leviticus, 18, 22; 20, 11).

Zoöfilie (of zooerastiie, bestialiteit, sodomie, bestialisme, bestiofilie) bevindt zich dus als het ware aan de polen van de seksualiteit, als bezigheid voor intellectueel beperkte individuen (herders, stalknechten, die in een toestand van langdurige isolatie van vertegenwoordigers van het andere geslacht verkeren) of, integendeel, als een van de manieren om ongewone, exquise genoegens te verkrijgen voor mensen die genoeg hebben van alles.

Zoöfilie van het eerste type is wijdverbreid in gebieden met veel vee, met name waar voorechtelijke relaties en ontrouw van vrouwen streng worden bestraft, zodat jonge mannen pas na het huwelijk hun seksleven kunnen beginnen. (In sommige dorpen bestaat de traditie om jonge mannen van 15-16 jaar te "testen" en hen de techniek van coïtus te leren met behulp van een ezel.) Volgens A. Kinsey heeft 40-50% van de jongeren op het platteland zoöfiele contacten gehad, en in 17% van de gevallen eindigden deze in ejaculatie en orgasme. Huisdieren fungeren in de regel als objecten van seksuele bevrediging: geiten, schapen, ezels, merries, koeien, maar er zijn gevallen bekend van seksuele contacten met pluimvee (kippen, ganzen) en kleine dieren (konijnen, enz.), die meestal gepaard gaan met sadisme.

Zoöfilie van het tweede type wordt gedetailleerd beschreven in de Europese literatuur – van De Sade en de werken van de Franse romantiek uit het eerste kwart van de 19e eeuw tot de sensationele bestseller "Love is a holiday" van de moderne pornoster Sylvia Bourdon. Zo beschrijft Bourdon haar eerste ervaring met een Newfoundlander: "Ik werd overmand door een ongewoon orgasme, dat ik nog nooit eerder had ervaren. Ik genoot zowel seksueel als intellectueel, verheugd over het succesvol gerealiseerde idee, en hij, uitgestrekt op me, spinde en overspoelde me met speeksel. Hij had alleen geen woorden."

Volgens statistieken komt zoöfilie echter minder vaak voor bij vrouwen en wordt het vaker uitgevoerd als cunnilingus met honden en katten. Het gebruik van dieren voor zelfstimulatie is heel begrijpelijk, omdat ze samenleven met mensen en vaak echte vrienden worden, waardoor er een verlangen kan zijn om ze fysiek te vertrouwen. Bovendien zullen ze niemand vertellen over de seksuele fantasieën van de eigenaar. Houd er echter rekening mee dat hun geest nog steeds inferieur is aan die van mensen. In de klinische praktijk is er een geval bekend van een oudere vrouw die een kat gebruikte voor zelfstimulatie en haar clitoris insmeerde met valeriaantinctuur. De eigenaar "schakelde" zich enige tijd uit vanwege de sterke sensaties, en het dier, dat ook niet kon stoppen, krabde aan haar genitaliën.

Bovendien moet je bij het vrijen met dieren rekening houden met de eigenaardigheden van hun seksuele gedrag en de structuur van hun geslachtsdelen, die sterk kunnen verschillen van die van mensen. Zo heeft de penis van een hond kraakbeen, dat, wanneer het volledig met bloed gevuld is, dwars op de penis komt te staan en pas na de ejaculatie terugkeert naar zijn oorspronkelijke positie. Als de diameter van het gat waar de penis in wordt gestoken kleiner is dan dit kraakbeen, kan het verwijderen van de penis in erectie pijnlijk zijn voor zowel mensen als honden.

Het is moeilijk een eenduidig antwoord te geven op de vraag hoe zoöfilie behandeld moet worden. De klassieke seksopathologie beschouwt het als een voorbijgaande, substitutieperversie. Aan de andere kant suggereert een moderne visie op het probleem de noodzaak om seksuele afwijkingen te behandelen die een maatschappelijk gevaar vormen of een storende factor zijn voor hun drager. Daarom moet erkend worden dat zolang zoöfilie, dat wil zeggen zelfbevrediging met behulp van dieren, de persoon zelf geen schade berokkent of kwelt, het zijn persoonlijke aangelegenheid blijft.