Het wijzende gebaar heeft een onbetwistbare autoriteit voor een jong kind

Voor jonge kinderen zijn gebaren het belangrijkste middel om met andere mensen te communiceren. Het kind is er dan ook klaar voor om de gebaren van anderen te geloven, zelfs als zijn eigen ervaring hem vertelt dat hij wordt misleid.

Als je een kind ergens van wilt overtuigen, verspil dan geen woorden – wijs gewoon met je vinger. Zoals psychologen van de Universiteit van Virginia (VS) hebben ontdekt, is voor kleuters (drie tot vijf jaar) het meest onweerlegbare argument de 'wijsvinger': als een kind zo'n gebaar ziet, zal het met alles instemmen, zelfs als het in tegenspraak is met zijn eigen ervaring.

De onderzoekers voerden het volgende experiment uit: achtenveertig kleuters (er waren evenveel meisjes als jongens) kregen een video-opname te zien van twee vrouwen, vier bekers en een bal. Een van de vrouwen zei dat ze een van de ballen ging verstoppen, de tweede draaide zich naar de muur en de eerste verstopte de bal onder een van de bekers. Het is belangrijk dat de kinderen ook niet zagen waar de vrouw de bal verstopte: de bekers waren bedekt met een scherm, de heldin in beeld deed gewoon iets met de voorwerpen. Vervolgens werd het scherm voor de bekers verwijderd en gingen de twee vrouwen weer naast elkaar zitten. Daarna werd aan de kinderen gevraagd welke van de vrouwen wist waar de verstopte bal was.

Als de heldinnen gewoon met hun handen gevouwen op hun knieën zaten, antwoordden de kinderen bijna altijd correct: ze wisten welke vrouw met haar rug naar de muur stond en welke de bal verstopte. Als de vrouwen naar de bekers wezen, antwoordden de kinderen ook correct, zonder op te letten waar hun blik op gericht was. Maar wanneer de heldinnen naar de ene of de andere beker wezen, ontstond er verwarring. In het ene geval wees de "wetende" vrouw naar de beker, in het andere geval de "onwetende", en de kinderen gaven de voorkeur aan degene die wees. Daardoor daalde het aantal juiste antwoorden tot een statistisch willekeurige waarde.

Om er zeker van te zijn dat de kinderen begrepen wat er gevraagd werd, vroegen de onderzoekers een andere groep kinderen: "Welke van de vrouwen heeft de knikker verstopt?" In dit geval was het antwoord altijd correct. Blijkbaar, zelfs als ze wisten wie de knikker verstopte, overtuigde het wijzende gebaar hen er nog steeds van dat degene die wees duidelijk meer wist en meer gezag had. Psychologen schrijven dit toe aan het feit dat gebaren in de eerste levensjaren een grote rol spelen in de communicatie van kinderen met anderen. Kinderen gaan ervan uit dat gebaren overeenkomen met de werkelijkheid - anders zou het onmogelijk zijn om contact te maken met hun hulp. Daarom is voor kinderen degene die "met de vinger wijst" degene die echte kennis bezit.