Transgene katten zullen helpen bij de ontwikkeling van medicijnen tegen AIDS

Het kattenaidsvirus kan de cellen van transgene katten die voorzien zijn van een beschermend menselijk eiwit, niet binnendringen.

Iedereen weet dat de verspreiding van het aidsvirus een epidemie is geworden, maar weinigen hebben gehoord dat er twee aidsepidemieën zijn: één bij mensen en één bij katten. Het virus bij mensen heet hiv (humaan immunodeficiëntievirus), het virus bij katten heet FIV (feline immunodeficiëntievirus). Het feline virus veroorzaakt vrijwel dezelfde symptomen als het menselijke virus. FIV kan niet op mensen worden overgedragen en hiv kan katten niet infecteren, maar qua moleculair-biochemische basisparameters zijn ze niet van elkaar te onderscheiden.

Het is bekend dat mensen en apen een speciaal eiwit hebben dat de ontwikkeling van het feline virus in het lichaam van primaten voorkomt. Dit is TRIMCyp, dat FIV-eiwitten herkent en het virale membraan vernietigt. Onderzoekers van de Mayo Clinic (Minnesota, VS) hadden het idee om katten te voorzien van het menselijke TRIMCyp-eiwit en ze zo resistent te maken tegen het feline immunodeficiëntievirus. Maar hoe bereiken we dit? De enige methode die gebruikt kon worden om een dergelijke operatie uit te voeren, is te onbetrouwbaar en zeer complex gebleken. De essentie ervan is dat enkele nieuwe genen worden toegevoegd aan de celkern van een somatische (niet-voortplantings) cel, waarna deze in de eicel wordt ingebracht. Hoewel het schaap Dolly ooit met deze techniek is gecreëerd, werkt deze slechts in een klein aantal gevallen.

Daarom werd voor katten gekozen voor een andere techniek, gebaseerd op het gebruik van een gemodificeerd virus. Omdat kattencellen meer dan toegankelijk zijn voor infectie met het immunodeficiëntievirus, dat tot de lentivirusgroep behoort, werd een ander lentivirus, uitgerust met het TRIMCyp-gen en het gen voor het groen fluorescerende eiwit, gebruikt als genetische "drager". De fluorescentie kon worden gebruikt om te bepalen of de introductie van het nieuwe genetische materiaal in de kattencellen succesvol was.

Het gemodificeerde virus infecteerde de eitjes van de katten, die vervolgens werden bevrucht en in de dieren werden geïnjecteerd. In totaal werden 22 katten behandeld, die elk 30 tot 50 eitjes kregen.

Vijf katten werden zwanger. Van de elf embryo's hadden er tien de genen voor het fluorescerende eiwit en TRIMCyp. Vijf embryo's ontwikkelden zich tot kittens, waarvan er één doodgeboren was en de andere na de geboorte stierf. Benadrukt moet worden dat het succespercentage van 23% veel hoger is dan de kans van 3% bij gebruik van de eerste van de beschreven methoden, waarbij de celkern van een somatische cel naar een voortplantingscel wordt getransplanteerd. De auteurs van het werk wijzen ook op het hoge percentage drachtige katten en het hoge aantal transgene dieren in verhouding tot het totale aantal embryo's. Dit is een werkelijk groot succes in de transgene technologie.

Maar het belangrijkste resultaat, volgens een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Nature Methods, was dat de dieren uiteindelijk resistent waren tegen kattenaids. Toen de onderzoekers probeerden de bloedcellen van de transgene kittens te infecteren met het FIV-virus, mislukten ze. Nu gaan de wetenschappers proberen te achterhalen of de dieren zelf resistent zijn tegen de virusinfectie.

Volgens de onderzoekers zouden katten in de toekomst muizen kunnen verdringen als populairste proefdier. Zo zijn katten beter geschikt om de werking van de visuele cortex van de hersenen te bestuderen, omdat deze laatste in dit opzicht meer op de mens lijkt. Er zijn ook studies gepland naar andere menselijke antivirale eiwitten op "kattenmateriaal". Wat betreft de vraag of er een katteneiwit kan worden ingezet om aids bij mensen te bestrijden, kozen de onderzoekers ervoor om deze tactvol te vermijden. Waarschijnlijk om tabloidkoppen te vermijden in de geest van "Kattenmensen kunnen aids verslaan!"