Wat gebeurt er in het lichaam van een vrouw tijdens de zwangerschap?

Ten eerste veranderen tijdens de zwangerschap de hoeveelheid en kwaliteit van hormonen. Eén daarvan ken je al. Het is choriongonadotrofine. Het wordt aangemaakt door een van de membranen van de bevruchte eicel na de innesteling (fixatie) in de baarmoeder. Het stimuleert het corpus luteum om progesteron te blijven afscheiden – een hormoon dat zorgt voor het in stand houden van de zwangerschap. Progesteron wordt eerst aangemaakt door het corpus luteum en vervolgens door de placenta.

Oestrogenen worden ook aan het begin van de zwangerschap geproduceerd door het corpus luteum en na zes tot zeven weken door de placenta. Hun belangrijkste rol is het bevorderen van de groei van de baarmoeder, de borstklieren en de foetus. De hoeveelheid oestrogenen is een criterium voor het beoordelen van de functie van de placenta en de ontwikkeling van de foetus. Een plotselinge daling van de hoeveelheid is een indicatie voor een schending van deze eenheid.

Placentair lactogenetisch hormoon beïnvloedt de groei van de foetus. Het is vijf weken na de laatste menstruatie in het bloed van de zwangere vrouw te vinden. Als de hoeveelheid lager is dan normaal, vormt het een risico voor het ongeboren kind.

Oxytocine wordt geproduceerd door de hypofyse en stimuleert samentrekkingen van de baarmoeder tijdens de zwangerschap en de bevalling. Een te vroege en verhoogde afscheiding ervan kan een vroeggeboorte veroorzaken.

Naast de hormonale samenstelling vinden er ook veranderingen plaats in andere organen en systemen.

De baarmoedermassa neemt toe van 50 gram in een niet-zwangere toestand tot 1 kg aan het einde van de zwangerschap. Naast het beschermen van het embryo, heeft de baarmoeder nog een andere functie: het uitdrijven van de foetus. Hiervoor neemt de spiermassa toe. Een vergrote baarmoeder kan leiden tot compressie van de aderen in de buikholte, wat de veneuze uitstroom vanuit de onderste ledematen verergert. Dit kan spataderen in de onderhuidse aderen van de benen veroorzaken.

Ook het ademhalingsstelsel wordt enigszins geactiveerd. Ten eerste stoot de zich ontwikkelende foetus tijdens zijn levenscyclus koolstofdioxide (CO2) uit, wat, wanneer het in het bloed van de moeder terechtkomt, het totale CO2-gehalte in haar bloed verhoogt. Hierdoor wordt de ademhaling van de vrouw dieper en frequenter. Ten tweede leiden de toename van het circulerende bloedvolume en de verhoogde hartslag tot een snellere en diepere ademhaling vanwege de constante verhouding tussen de hoeveelheid bloed die door de longen stroomt en de hoeveelheid ingeademde lucht. Bovendien wordt de ademhaling frequenter door de toename van de baarmoeder, die op de longen drukt en hun volume vermindert.

Het gewicht van de vrouw neemt met 10-12 kg toe. Dit komt vooral door de toename van vocht (tot wel 7 liter). Als de massa te snel en te sterk toeneemt, kan er oedeem ontstaan. Dit is een reden om alarm te slaan en een gynaecoloog te raadplegen, aangezien dit tekenen zijn van zwangerschapstoxicose.

Ook het cardiovasculaire systeem, oftewel de bloedsomloop, ondergaat veranderingen: het circulerende bloedvolume neemt toe en het plasmavolume neemt sterker toe dan het aantal rode bloedcellen. Dit is nodig voor een sterkere bloedverdunning (zodat het beter door de bloedvaten stroomt). Zwangere vrouwen hebben in dit opzicht een iets lager hemoglobinegehalte (normaal gesproken ongeveer 130 g/l, en bij zwangere vrouwen 105-110 g/l). Tegelijkertijd stellen sommige gynaecologen direct de diagnose: bloedarmoede door zwangerschap. (En het zou prima zijn als ze alleen een diagnose stelden, maar dan beginnen ze ook met behandelen en verwijzen ze je door naar de afdeling pathologie van de zwangerschap.)

De toename van het circulerende bloed leidt tot een grotere belasting van het hart dan normaal: er treedt tachycardie (verhoogde hartslag) op.

De bloeddruk zou gedurende de hele zwangerschap gelijk moeten blijven. Als deze tegen het einde van de zwangerschap stijgt, is dit een reden om een arts te raadplegen. Hoge bloeddruk in combinatie met oedeem en de aanwezigheid van eiwit in de urine is een teken van toxicose in de tweede helft van de zwangerschap - pre-eclampsie.

U moet vaker plassen omdat de baarmoeder groter wordt en er meer druk op de blaas komt te staan.

Het geheugen begint te lijden - samen met de algemene toename van vocht in het lichaam, neemt de hoeveelheid ervan in de hersenen af. Dit veroorzaakt een verslechtering van het geheugen, een afname van bepaalde intellectuele vaardigheden (het is moeilijker om kruiswoordpuzzels op te lossen) en veranderingen op emotioneel vlak. Tegelijkertijd willen vrouwen vaak meer slapen. (En dat moet je jezelf niet ontzeggen.) En sommigen willen de hele tijd huilen, ze hebben medelijden met zichzelf - zo "ongelukkig" en "in de steek gelaten" door iedereen.