Nieuwe biomarker voorspelt succes van immuuntherapie voor nierkanker

Immunotherapie verhoogt de overleving bij nierkanker, maar is niet voor alle patiënten geschikt. Een onderzoeksteam uit Leuven heeft een nieuwe methode ontwikkeld om te voorspellen wie baat zal hebben bij deze behandeling. Een team onder leiding van Francesca Finotello van de Computational Biomedicine Group van de Universiteit van Innsbruck heeft ook aan de studie meegewerkt.

Hun werk, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Medicine, opent nieuwe mogelijkheden voor effectievere behandelingen.

In Oostenrijk krijgen jaarlijks zo'n 1300 mensen de diagnose nierkanker. Dankzij immunotherapie zijn de overlevingskansen bij uitgezaaide nierkanker aanzienlijk toegenomen: meer dan de helft van de patiënten overleeft meer dan vijf jaar na de diagnose, vergeleken met 10% voorheen. Helaas werkt deze innovatieve behandeling niet voor alle patiënten.

Om de redenen voor deze variatie in de effectiviteit van immunotherapie te begrijpen en beter te kunnen voorspellen wie baat zal hebben bij de behandeling, voerde het Leuvense onderzoeksteam een grootschalige retrospectieve studie uit. Ze analyseerden talloze monsters van nierkankerpatiënten die de afgelopen tien jaar in UZ Leuven met immunotherapie werden behandeld.

Moleculaire signatuuronderzoeker en oncoloog dr. Lisa Kingett en postdoc Stefan Naulaerts leggen uit: "We hebben zowel tumorbiopsieën als bloedmonsters onderzocht met behulp van geavanceerde laboratoriumtechnieken. Met behulp van machine learning hebben we de genexpressie in de tumor gecombineerd met erfelijke kenmerken van het immuunsysteem van de patiënt, met name de HLA-genen, die honderden variaties kennen, afhankelijk van het individu.

Deze aanpak stelde ons in staat een "moleculaire signatuur" te ontdekken die een duidelijk verband aantoonde met klinische respons en overleving. We bevestigden dit verband verder in onafhankelijke monsters van meer dan 1000 nierkankerpatiënten uit andere internationale studies.

Uit laboratoriumtests bleek bovendien dat een succesvolle respons op immunotherapie gepaard gaat met een goede interactie tussen twee soorten immuuncellen: CD8+ T-cellen en macrofagen.

Dr. Francesca Finotello van de afdeling Moleculaire Biologie van de Universiteit van Innsbruck en het Digital Science Centre (DiSC) voegt hieraan toe: "We hebben big data uit het project The Cancer Genome Atlas (TCGA) geïntegreerd en geanalyseerd om deze nieuwe moleculaire signatuur te koppelen aan het mutatielandschap van tumoren. Daarmee tonen we aan dat het aanvullende informatie verschaft over de genetische achtergrond van kankercellen, waardoor hun interacties met het immuunsysteem effectief worden vastgelegd."

Professor Abhishek D. Garg van de KU Leuven zegt: "Voorheen bestudeerden onderzoekers immuuncellen voornamelijk op het niveau van individuele celtypen, wat leidde tot vereenvoudigde biomarkers. Daardoor dachten we dat macrofagen 'slecht' waren voor immunotherapie. Met deze studie hebben we aangetoond dat de interactie tussen verschillende typen immuuncellen in een specifieke ruimtelijke context belangrijker is in de strijd tegen nierkanker."

Professor Benoit Böselink, medisch oncoloog aan UZ Leuven, zegt: "In de toekomst hopen we onze methode als biomarker te gebruiken om te voorspellen welke patiënten baat zullen hebben bij immunotherapie. Het nieuwe inzicht dat de interactie tussen bepaalde T-cellen en macrofagen belangrijk is voor het succes van immunotherapie, opent interessante perspectieven voor toekomstige behandelingen.

We ontwikkelen nu nieuwe klinische onderzoeken naar combinatietherapieën om beide celtypen te stimuleren en hun samenwerking te verbeteren, wat effectiever kan zijn dan de huidige behandelingen.”