Een teveel aan testosteron veroorzaakt agressief en asociaal gedrag

Testosteron zorgt ervoor dat we onze eigen meningen overschatten en de meningen van andere leden van de gemeenschap negeren.

Wanneer we met een probleem worden geconfronteerd, kunnen we het zelf oplossen, of we kunnen iemand raadplegen of om hulp vragen. Beide paden hebben hun voor- en nadelen: het collectieve brein is krachtiger dan de inspanningen van een individu, maar tegelijkertijd is een collectieve fout extreem moeilijk op te merken en te weerstaan; je eigen kracht is misschien gewoon niet genoeg, hoewel je ongetwijfeld je individualiteit behoudt. De beslissing om individueel of collectief te handelen, wordt beïnvloed door vele factoren, en hormonen spelen hierbij een belangrijke rol.

Het is bekend dat we tot collectief handelen kunnen worden aangezet door een verhoging van de oxytocinespiegel. Een artikel verscheen in het tijdschrift Proceedings of the Royal Society B, waarin precies het tegenovergestelde over testosteron wordt beweerd. Een groep onderzoekers van University College London voerde een experiment uit waarbij 17 paren vrouwen zo'n test deden. Twee afbeeldingen verschenen tegelijkertijd op het scherm voor hen: één bevatte een gecodeerde afbeelding die ze moesten vinden. De deelnemers aan het experiment kenden elkaar niet, ze zaten elk voor hun eigen scherm. Als de afbeelding goed werd geraden, gingen de proefpersonen door naar het volgende paar afbeeldingen.

Als iemand het niet meteen aankon, werd aangeboden om zijn partner om hulp te vragen. Samen konden ze de taak bespreken en tot de juiste beslissing komen. In dit geval kregen de deelnemers een dosis testosteron of een placebo. Gezamenlijk overleg bleek de kans te vergroten dat de taak correct werd uitgevoerd, maar alleen als de vrouwen een 'nep'-placebo kregen. Testosteron werkte ontkoppelingsverhogend en gezamenlijk overleg hielp slechts in zeer geringe mate bij het oplossen van het probleem. Na onderling overleg maakten de deelnemers aan het experiment alsnog de keuze die zij als correct beschouwden, en niet de keuze die hun partner hen had voorgesteld.

Een teveel aan testosteron uit zich in agressief, antisociaal gedrag. Het feit dat het ons bij het nemen van beslissingen neigt tot egocentrisme en overschatting van onze eigen meningen, past in het algemene ‘beeld’ van dit hormoon.

Het lijkt erop dat mannen het in dit opzicht het zwaarst hebben: hun testosteronspiegel is van nature verhoogd, ze moeten bijna constant hun best doen om niet uit de groep te vallen, en wat gebeurt er met hen als de hormoonspiegel stijgt? Maar bij mannen, aldus wetenschappers, ligt het niet zo eenvoudig: juist door de hoge achtergrondspiegel van testosteron werken de extra doses als syntheseremmers, waardoor de aanvankelijke stijging van de concentratie leidt tot een snelle daling. Daarom werden vrouwen, en geen mannen, geselecteerd voor het experiment: bij hen verhoogde de extra dosis testosteron simpelweg de algehele spiegel en kon het effect van "decollectivisatie" worden waargenomen.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ]