Stoffen in mangoschil remmen de vorming van vetcellen

Is het mogelijk om te lachen om degenen die geloven dat een verdacht uitziend oma's afkooksel elke kwaal kan genezen? Heel wat "kruiden" verbergen een enorm potentieel; laten we in ieder geval het extract van mariadistelzaadjes onthouden, ook bekend als bodyaga, ook wel bekend als tatarnik, dat silymarine bevat (een mengsel van vier actieve bestanddelen), dat de lever zelfs in de meest ernstige gevallen herstelt. Bij dodelijke vergiftiging vertrouwen artsen er alleen op, omdat er simpelweg niets beters is. En nu melden Australische wetenschappers dat bestanddelen in de schil van bepaalde mangosoorten (maar niet in het vruchtvlees) de vorming van vetcellen voorkomen.

Door de toename van fastfood in al zijn vormen en het gebruik van hormonale medicijnen bij de productie van vlees, is obesitas een wereldwijd probleem geworden. Obesitas is de oorzaak van veel complexere ziekten, waaronder diabetes type 2, hartfalen en zelfs kanker (vooral leverkanker).

Wat algemene informatie. Vetweefsel (adipeus) ontstaat door het aantal vetcellen (adipocyten) te verhogen en door lipiden op te slaan in bestaande cellen. De ontwikkeling van adipocyten vindt plaats tijdens de adipogenese, een proces waarbij preadipocytcellen ontstaan en zich ontwikkelen en lipiden zich ophopen. Alleen door dit te voorkomen, kan de vetophoping in het lichaam worden verminderd.

Tropisch fruit bevat een breed scala aan fytochemicaliën (natuurlijke chemische verbindingen van plantaardige oorsprong), waarvan sommige de adipogenese remmen. Om redenen die alleen zij kennen, besloten wetenschappers van de Universiteit van Queensland (Australië) extracten van de schil van verschillende mangovariëteiten te testen op hun werking tegen adipogenese en deze extracten te vergelijken met de werking van extracten van het vruchtvlees.

Het bleek dat extracten van de schil van twee mangosoorten – "Irwin" en "Nam Doc Mai" – de ontwikkeling van adipocyten succesvol remden. Volgens de onderzoekers gaat het hier waarschijnlijk niet om één enkele werkzame stof, maar om een unieke samenstelling van bioactieve ingrediënten. Het vruchtvlees van beide soorten vertoonde echter geen enkele activiteit, wat blijkbaar ook te wijten is aan een andere fytochemische samenstelling.

Wat nu? Het lijkt voor iedereen handig: de schil voor artsen, het vruchtvlees voor consumenten. Maar ten eerste is het moeilijk je een bedrijf voor te stellen dat mangoschillen verzamelt en wereldwijd aan iedereen kan leveren. En ten tweede lijkt het veel verstandiger om met de verkregen resultaten (overigens gepubliceerd in het tijdschrift Food & Function) te werken aan wat er daadwerkelijk gebeurt bij het gebruik van mangoschilextract, om zo in de toekomst een gericht middel te ontwikkelen dat niet aan een natuurlijke bron gebonden is.

De helden van het artikel, de Australiërs, namen de taak op zich om uit te zoeken welke genen verantwoordelijk zijn voor de unieke samenstelling van fytochemicaliën in mangoschil.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ]