Veengebieden kunnen opwarming van de aarde tegengaan

Bij een hoge luchtvochtigheid en temperatuur absorberen veengebieden grote hoeveelheden koolstofdioxide, wat de opwarming van de aarde kan vertragen.

Wetenschappers schrijven het mechanisme van de opwarming van de aarde grotendeels toe aan het zogenaamde broeikaseffect. Kortgolvige zonnestraling dringt gemakkelijk door de atmosferische laag van onze planeet. De aarde warmt op en reflecteert langgolvige straling, waarvoor de atmosfeer niet zo transparant is: deze bevat broeikasgassen met CO2 _. Dit leidt tot een concentratie van energie aan het aardoppervlak, wat leidt tot extra opwarming van de aarde.

Het probleem zou kunnen worden opgelost door de koolstofdioxideconcentratie te verlagen: planten die CO₂ gebruiken _voor fotosynthese zijn hiertoe in staat. Overigens zijn er grote hoeveelheden gebonden koolstofdioxide – we hebben het over veenmoerassen, die niet meer dan 3% van het aardoppervlak beslaan en toch zo'n 500 gigaton koolstof opslaan. Deze hoeveelheid overtreft de koolstofaccumulatie van alle bossen op aarde.

Wetenschappers uit Rusland en Groot-Brittannië hebben een aantal veengebieden in West-Siberië bestudeerd. Met behulp van handgereedschap hebben de specialisten kolommen van veenafzettingen verwijderd, de ouderdom van radiokoolstofcomplexen bepaald en plantendeeltjes en eencellige micro-organismen beschreven die zich onderscheiden door hun snelle reactie op veranderingen in de omgeving.

Hierdoor werd de ouderdom van de diepste lagen bepaald. Deze bedroeg meer dan negenduizend jaar. In die tijd kenmerkte Siberië zich door een mild klimaat en veel neerslag. In de veenlagen werden resten van veenmos en compacte ministruiken aangetroffen, waarvan de groei niet veel voedingsstoffen vereist.

Bijna zesduizend jaar later warmde het klimaat op en nam de neerslag af. In de veengebieden ontstond een laag met voornamelijk wollegras en xerofiele vormen van testate amoeben – de eenvoudigste soorten die een lange periode van vocht konden overleven. De droge periode maakte plaats voor een natte periode, waarna de droogte weer inzette.

Zoals de auteurs van de studie uitleggen, was de Atlantische periode het meest informatief. Volgens berekeningen van wetenschappers zal de opwarming van de aarde in West-Siberië over ongeveer drie decennia leiden tot een temperatuurstijging van ongeveer 0,9-1,5 °C en een toename van de luchtvochtigheid met 12-39%. Soortgelijke verschijnselen deden zich al ongeveer achtduizend jaar geleden voor, en het was in die tijd dat een sterke absorptie van atmosferische koolstof door veengebieden werd waargenomen.

Natuurlijk moeten we niet verwachten dat veenmoerassen de opwarming van de aarde kunnen blokkeren. Ze kunnen hun ontwikkeling echter wel een tijdje vertragen, wat ook belangrijk is.

Meer over het onderzoek leest u op de pagina.