Artrose wordt geassocieerd met een versnelde ontwikkeling van ernstige chronische ziekten

Artrose, een aandoening waarbij het beschermende kraakbeen aan de uiteinden van botten afbreekt, kan het risico op een snelle progressie naar een ernstige, langdurige ziekte (multimorbiditeit) meer dan verdubbelen, zo blijkt uit een twintig jaar durende studie die is gepubliceerd in het tijdschrift RMD Open.

Volgens de onderzoeksresultaten zijn er vier verschillende snelheidsgraden van progressie naar multimorbiditeit.

Onderzoekers suggereren dat chronisch lage niveaus van fysieke activiteit, een calorierijk dieet en chronische, lichte ontstekingen de link tussen artrose en het risico op het ontwikkelen van andere langdurige ziekten kunnen helpen verklaren.

Hoewel de exacte oorzaken van artrose onbekend zijn, wordt gedacht dat verwondingen, leeftijd, familiegeschiedenis en het vrouwelijke geslacht factoren zijn die bijdragen aan de ontwikkeling van deze ziekte, die wereldwijd meer dan 500 miljoen mensen treft.

Volgens onderzoekers hebben ongeveer 7 op de 10 mensen met artrose ook andere langdurige aandoeningen, maar het is onduidelijk hoe snel deze zich ontwikkelen en hoe ernstig ze zijn.

Om dit te achterhalen, gebruikten ze continue gezondheidsgegevens van de regio Skåne in Zweden (ongeveer 1,4 miljoen inwoners) en stelden diagnoses vast voor artrose en 67 veelvoorkomende langdurige aandoeningen.

Ze richtten zich op mensen die op 31 december 2007 40 jaar of ouder waren, sinds 1998 in de regio woonden en bij wie tussen 2008 en 2009 voor het eerst artrose was vastgesteld. Dit betrof 9.846 mensen met een gemiddelde leeftijd van 66 jaar (58% vrouwen).

Elk van deze gevallen werd gekoppeld aan twee qua leeftijd en geslacht overeenkomende personen zonder artrose (referentiegroep), wat een totaal van 19.692 personen opleverde.

Het cumulatieve aantal ziekten (multimorbiditeit) werd bijgehouden onder gevallen en hun matches vanaf 1998 tot aan het overlijden, verplaatsing buiten de regio of tot eind 2019, afhankelijk van wat zich het eerst voordeed.

Tussen 2008 en 2009 kregen 5.318 mensen de diagnose artrose in de knie, 2.479 kreeg artrose in de heup, 988 kreeg artrose in de hand, 714 kreeg artrose in andere gewrichten en 499 kreeg gegeneraliseerde artrose.

Ongeveer 1.296 mensen (patiënten en deelnemers aan de referentiegroep) ontwikkelden geen andere langdurige ziekten. Maar 28.242 mensen wel.

Tussen 1998 en 2019 ontstonden vier duidelijke progressiepatronen: matige multimorbiditeit met late progressie (klasse 1); matige multimorbiditeit met vroege progressie (klasse 2); matige multimorbiditeit (klasse 3); en ernstige multimorbiditeit (klasse 4).

In 1998 was het gemiddelde aantal langdurige aandoeningen laag (1 of geen) in alle vier de klassen. Degenen in klasse 1 ontwikkelden het langzaamst meerdere langdurige aandoeningen en hadden het laagste cumulatieve aantal aan het einde van de meetperiode, gemiddeld ongeveer 3.

Bij de mensen in deze categorie was er gedurende ongeveer 10 jaar vrijwel geen sprake van ontwikkeling van langdurige ziekte. Daarna vond er een snellere progressie plaats, waardoor ze op één lijn kwamen te liggen met de mensen in klasse 2. Over het algemeen waren de mensen in klasse 1 en 2 jonger en beter opgeleid.

Degenen in klasse 4 boekten daarentegen de snelste vooruitgang en hadden aan het einde van de volgperiode het hoogste cumulatieve aantal van ongeveer 10 langdurige aandoeningen.

Het invaliditeitspercentage uit de Global Burden of Disease (GBD)-studie werd gebruikt om de ernst van elke langdurige aandoening te schatten, met uitzondering van artrose.

De mate van invaliditeit weerspiegelde de categoriseringen. Deze was het laagst bij degenen in klasse 1 en het hoogst bij degenen in klasse 4, waar meer dan de helft (57%) van de deelnemers aan het einde van de follow-upperiode was overleden.

De prevalentie van artrose was ook het laagst onder mensen in klasse 1 (29%) en het hoogst onder mensen in klasse 4 (42%). Artrose ging gepaard met een 29% hoger risico op klasse 1, maar een meer dan verdubbeling van het risico op klasse 4.

Uit de resultaten bleek echter dat het hebben van alleen artrose geen goede voorspeller was van lidmaatschap van een van beide klassen.

"Hoewel deze studie niet tot doel had het tijdstip van de diagnose [artrose] in relatie tot multimorbiditeit te onderzoeken, suggereren onze resultaten dat [het] in sommige gevallen vooraf kan gaan aan multimorbiditeit, zoals gezien in de klasse met matige multimorbiditeit en late progressie, terwijl het in andere gevallen wordt gediagnosticeerd wanneer multimorbiditeit al is vastgesteld", leggen de onderzoekers uit.

"Deze resultaten suggereren dat [artrose] deel uitmaakt van een continuüm van ziekten waarbij [artrose] en andere chronische aandoeningen bijdragen aan de ontwikkeling van ernstigere multimorbiditeit", voegen ze toe.

Leeftijd is een cruciale factor bij de ontwikkeling van chronische ziekten, merken de onderzoekers op. "De correlatie tussen [artrose] en multimorbiditeit bleef echter onveranderd, wat erop wijst dat de associatie met multimorbiditeit verder reikt dan alleen leeftijd", schrijven ze.

Dit is een observationele studie en er kunnen als zodanig geen definitieve conclusies worden getrokken over causale factoren. De onderzoekers erkennen bovendien verschillende beperkingen van hun bevindingen, waaronder het feit dat de rol van fysieke activiteit, voeding en lichaamsgewicht niet over klassen heen werd meegenomen.

"Weinig fysieke activiteit, een calorierijk dieet en een laag niveau van ontstekingen worden allemaal genoemd als mogelijke verbanden tussen [artrose] en andere chronische ziekten en zouden deels de waargenomen verbanden kunnen verklaren", suggereren ze.