Anticiperen op drinken verhoogt gevoel van eigenwaarde

Om te ontspannen en je zelfverzekerd te voelen, is het voldoende om een glas thee te drinken. Mits je jezelf er natuurlijk van overtuigt dat er whisky in het glas zit, en geen thee.

Alcohol, zo zeggen ze, geeft je een zelfverzekerd gevoel. Sommige mensen drinken "om moed te putten" voor een riskante onderneming waarvan ze de uitkomst niet zeker weten. Bijvoorbeeld voor een openbare toespraak. Of voordat ze iemand aanspreken die ze aardig vinden. Sommige mensen drinken gewoon om zich meer ontspannen te voelen in een groep. Alcohol geeft je zelfvertrouwen, maakt je tong los en vergroot je gevoel van eigenwaarde: we zijn niet langer bang voor veroordeling door anderen. Maar, zoals Franse psychologen van de Universiteit Pierre Mendes-France hebben ontdekt, is alcohol op zich helemaal niet nodig: het is voldoende om simpelweg te denken dat je iets alcoholisch drinkt.

Om te beginnen stelden de onderzoekers vast dat alcohol het zelfvertrouwen echt versterkt. Psychologen gingen naar een bar en vroegen 19 drinkers (waarvan twee derde mannen) om hun eigen aantrekkelijkheid te beoordelen op een schaal van zeven. Tegelijkertijd controleerden de wetenschappers het alcoholgehalte in het bloed met een blaastest. De antwoorden waren voorspelbaar: hoe meer iemand dronk, hoe onweerstaanbaarder hij zichzelf vond.

In de volgende fase nodigden de onderzoekers ongeveer honderd vrijwilligers uit om deel te nemen aan een reclamecampagne voor een nieuwe fruitcocktail. Er was natuurlijk geen reclamecampagne, maar zo'n legende wekte de schijn van natuurlijkheid van wat er gebeurde. Vervolgens kwam er een psychologische truc: sommigen van de deelnemers kregen te horen dat ze een alcoholische cocktail zouden drinken, anderen dat het een alcoholvrije cocktail was. Maar de drank zelf was zo bereid dat de deelnemers aan het experiment het werkelijke alcoholpercentage niet konden raden. Dat wil zeggen, ze vertrouwden alleen op de informatie die ze kregen. Dienovereenkomstig bereidden de onderzoekers "alcoholische" en "alcoholvrije" cocktails, afhankelijk van wat ze nodig achtten.

De vrijwilligers moesten een video maken waarin ze reclame maakten voor een nieuw merk. Vervolgens werd hen gevraagd de opname te bekijken en zichzelf te beoordelen op aantrekkelijkheid, originaliteit en gevoel voor humor. Dit alles ging uiteraard gepaard met het meten van het alcoholgehalte in het bloed. En toen bleek dat het voor je zelfvertrouwen helemaal niet nodig is om alcohol te drinken: het is voldoende om te denken dat je het drinkt. Degenen die geloofden dat ze een alcoholische drank dronken, beschouwden zichzelf het meest charmant en aantrekkelijk, hoewel de onderzoekers hen een alcoholvrij drankje voorschotelden. Integendeel, degenen die overtuigd waren van het alcoholvrije karakter van hun cocktail, waren niet al te blij met zichzelf, hoewel de wetenschappers er een flinke hoeveelheid alcohol doorheen mengden.

Grofweg is een glas in je hand voldoende om je zelfvertrouwen een boost te geven. En wat erin zit, is van secundair belang, zolang het maar op alcohol lijkt. Dit soort placebo-effect doet denken aan het verhaal over hoe alcoholreclame alledaags racisme aanwakkert. Psychologen geloven dat hier een vergelijkbaar mechanisme aan het werk is: alcohol helpt echt om te ontspannen; iedereen weet dit, en ons bewustzijn bereidt zich simpelweg voor op zo'n effect, waardoor psychologische spanning verdwijnt.

Maar er is een onaangename "maar": iemand wordt alleen charmant en aantrekkelijk in zijn eigen ogen. Onderzoekers vroegen vreemden om naar "reclames" te kijken, en hun houding week meestal af van de zelfbeoordeling van de deelnemers. Na een drankje, of het nu denkbeeldig of echt is, vindt iemand zichzelf aardig, maar anderen niet.