HIV-vaccin: Wetenschappers ontkrachten top 10 mythes

Op 1 december is het Wereldaidsdag en ter ere hiervan ontkracht de HIV Vaccine Research Unit van het Fred Hutchinson Cancer Research Center (VS) de top 10 mythes over het onderzoek naar HIV- vaccins.

Mythe 1: HIV-vaccins kunnen mensen met HIV besmetten. HIV-vaccins bevatten geen HIV, dus iemand kan door het vaccin geen immuundeficiëntie krijgen. Sommige vaccins, zoals die tegen tyfus of polio, kunnen zwakke vormen van het virus bevatten, maar dit is niet het geval bij HIV-vaccins. Wetenschappers ontwerpen het vaccin zo dat het op het echte virus lijkt, maar het bevat geen actieve HIV-componenten.

In de afgelopen 25 jaar hebben wereldwijd meer dan 30.000 vrijwilligers deelgenomen aan onderzoeken naar hiv-vaccins, en niemand is met hiv besmet geraakt.

Mythe 2: Er bestaat al een vaccin tegen hiv. Er is momenteel geen goedgekeurd vaccin tegen hiv/aids, maar wetenschappers komen dichter dan ooit bij de ontwikkeling van een effectief hiv-vaccin. In 2009 toonde een grootschalig onderzoek naar het RV144-vaccin in Thailand aan dat het vaccin ongeveer 32% van de nieuwe infecties kon voorkomen. Wetenschappers werken nu aan de verbetering ervan.

Wetenschappers over de hele wereld doen voortdurend nieuw onderzoek om een effectief vaccin tegen hiv te ontwikkelen. De toonaangevende organisatie op dit gebied is het HIV Vaccine Trials Network (HVTN).

Mythe 3: Deelnemers aan klinische onderzoeken naar hiv-vaccins zijn net proefkonijnen. In tegenstelling tot proefkonijnen kunnen mensen ervoor kiezen om al dan niet deel te nemen aan het onderzoek. Alle vrijwilligers moeten een proces doorlopen dat 'informed consent' wordt genoemd, wat ervoor zorgt dat ze de risico's en voordelen van het klinische onderzoek begrijpen. Vrijwilligers moeten onthouden dat ze op elk moment kunnen stoppen met hun deelname aan het onderzoek zonder hun rechten of voordelen te verliezen. Al het onderzoek naar hiv-vaccins voldoet aan de Amerikaanse en federale onderzoekswetgeving en de internationale normen van de landen waar het onderzoek plaatsvindt.

Mythe 4: Iemand moet hiv-positief zijn om deel te nemen aan een hiv-vaccinonderzoek. Dit is niet waar. Hoewel sommige onderzoeksgroepen experimenten uitvoeren met hiv-positieve mensen, zijn de vaccins die in het HVTN worden onderzocht preventief en moeten ze worden getest op vrijwilligers die niet met hiv besmet zijn.

Mythe 5: Vaccinonderzoekers willen dat deelnemers aan het onderzoek onveilige seks hebben, zodat ze er zeker van kunnen zijn dat het vaccin echt werkt. Dit is niet waar. De veiligheid van deelnemers aan het onderzoek is prioriteit nummer één in hiv-vaccinonderzoeken. Getrainde counselors werken continu met deelnemers samen om hen te helpen een persoonlijk plan te ontwikkelen om hiv-infectie te voorkomen. Vrijwilligers ontvangen ook condooms en glijmiddel, evenals instructies over hoe ze deze correct moeten gebruiken.

Mythe 6: Nu er antiretrovirale therapie bestaat die een hiv-infectie kan voorkomen, is een hiv-vaccin niet langer nodig. Hiv-negatieve mensen met een hoog risico kunnen dagelijks antiretrovirale medicijnen slikken om hun risico op hiv-besmetting te verminderen, ook wel hiv-noodprofylaxe (PrEP) genoemd. Dit is effectief gebleken bij hoogrisicogroepen om het risico op verspreiding van de ziekte te verminderen. Het wordt echter nog niet aanbevolen voor wijdverbreid gebruik. PrEP is waarschijnlijk niet voor iedereen beschikbaar vanwege de hoge kosten en de vele bijwerkingen. Therapietrouw door de pillen elke dag op een vast tijdstip in te nemen, is voor sommige mensen een aanzienlijke uitdaging. De meest effectieve manier om de ziekte te voorkomen, is daarom het ontwikkelen van een effectief vaccin.

Mythe 7: Er is geen hiv-vaccin nodig omdat hiv en aids tegenwoordig gemakkelijk te behandelen en onder controle te houden zijn, net als diabetes. Hoewel de behandeling van aids de afgelopen 30 jaar is verbeterd, is het geen vervanging voor preventie. De huidige hiv-medicijnen zijn erg duur en hebben veel bijwerkingen. Soms ontwikkelen mensen resistentie tegen hiv-medicijnen, waardoor ze gedwongen worden over te stappen op nieuwere medicijnen. Ook voor onverzekerden in de Verenigde Staten en ontwikkelingslanden is de toegang tot deze medicijnen zeer beperkt.

Mythe 8: Er wordt al heel lang gezocht naar een hiv-vaccin, wat suggereert dat het onmogelijk is om een effectief vaccin te ontwikkelen. De ontwikkeling van een hiv-vaccin is complex, maar het wetenschappelijke inzicht in de processen die zich tijdens een hiv-infectie afspelen, wordt steeds beter. Hiv is een krachtige tegenstander, maar wetenschappers leren voortdurend van elkaar en gebruiken geavanceerde technologieën om het te bestrijden. In de afgelopen 30 jaar, sinds de ontdekking van hiv, heeft de wetenschap enorme vooruitgang geboekt. Dat is niet veel, aangezien het 47 jaar duurde om een vaccin tegen polio te ontwikkelen.

Mythe 9: Vaccins kunnen autisme veroorzaken of zijn gewoon onveilig. Dit is niet waar. Talrijke studies in de afgelopen decennia hebben deze beweringen ontkracht. Een Britse arts die een artikel publiceerde waarin hij vaccins en autisme met elkaar in verband bracht, gaf toe de onderzoeksgegevens te hebben vervalst. Sterker nog, er is geen verband tussen vaccinaties en autisme. Het klopt dat vaccins vaak bijwerkingen hebben, maar deze zijn meestal tijdelijk (bijvoorbeeld pijn op de injectieplaats, koorts, spierpijn) en verdwijnen binnen een dag of twee. De waarde van het beschermen van gevaccineerde personen en het publiek heeft vaccins tot een van de belangrijkste interventies op het gebied van de volksgezondheid in de geschiedenis gemaakt, na schoon drinkwater.

Mythe 10: Mensen die geen risico lopen, hebben geen hiv-vaccin nodig. Iemand loopt momenteel misschien geen risico op hiv, maar levenssituaties kunnen veranderen waardoor het risico toeneemt. Het vaccin kan ook belangrijk zijn voor kinderen of andere familieleden en vrienden. Door kennis te hebben van onderzoek naar hiv-vaccins, kan iemand bijdragen aan de oplossing door vrienden en familie voor te lichten over het belang van dergelijk onderzoek en door de mythes rond hiv-infectie en aids te ontkrachten. Zelfs als iemand geen risico loopt, kan hij of zij bijdragen aan de zoektocht naar een effectief vaccin dat hopelijk het leven van miljoenen mensen wereldwijd zal redden.