Houding van artsen beïnvloedt patiëntervaringen en -resultaten

Artsen en andere zorgverleners die voor ziekenhuispatiënten zorgen, willen dit nieuws vast graag aanhoren.

Nieuw onderzoek suggereert dat praten met een patiënt op ooghoogte echt een verschil kan maken. Zitten of hurken aan het bed van een patiënt wordt geassocieerd met meer vertrouwen, tevredenheid en zelfs betere klinische resultaten dan staan, volgens een nieuwe review van het bewijs.

De auteurs van de studie, van de Universiteit van Michigan en het VA Ann Arbor Healthcare System, merken op dat de meeste studies over dit onderwerp varieerden in hun interventies en resultaten en een hoog risico op bias vertoonden. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in een systematische review in het Journal of General Internal Medicine.

Daarom besloten de onderzoekers deze vraag te onderzoeken als onderdeel van een groter onderzoek naar de invloed van verschillende non-verbale factoren op zorg, perceptie en uitkomsten.

Totdat hun nieuwe onderzoek is afgerond, zijn ze van mening dat hun systematische review artsen en ziekenhuisbestuurders moet stimuleren om meer patiënten aan het bed te laten zitten.

Iets simpels als het neerzetten van klapstoelen en -krukjes in of bij de patiëntenkamers kan al helpen. De Ann Arbor VA heeft bijvoorbeeld in veel ziekenhuiskamers van het Lt. Col. Charles S. Kettles Medical Center klapstoelen geplaatst.

Nathan Houchens, MD, een faculteitslid van de medische faculteit van de UM en VA-arts die samen met medische studenten van de UM het bewijsmateriaal over dit onderwerp bestudeerde, zegt dat ze zich concentreerden op de houding van artsen vanwege de machtsdynamiek en hiërarchie in de ziekenhuiszorg.

Een superviserend arts of arts-assistent kan de relatie met een patiënt veranderen door op ooghoogte van de patiënt te komen, in plaats van erboven te staan, merkt hij op.

Hij schrijft het idee voor het onderzoek toe aan twee voormalige geneeskundestudenten die hun medische opleiding inmiddels hebben afgerond en elders voortzetten: Rita Palanjian, MD, en Mariam Nasrallah, MD.

"Het bleek dat slechts 14 onderzoeken voldeden aan de criteria voor evaluatie in ons systematische overzicht van de effecten van verschuivingen op ooghoogte, en slechts twee daarvan waren rigoureuze experimenten", aldus Houchens.

In de onderzoeken werden ook allerlei zaken gemeten, van de duur van het patiëntencontact en de indrukken van patiënten ten aanzien van empathie en medeleven tot de algemene beoordelingen van patiënten over ziekenhuizen, gemeten via gestandaardiseerde enquêtes zoals de federale HCAHPS-enquête.

Over het algemeen, zei hij, lieten de gegevens zien dat patiënten de voorkeur gaven aan artsen die zaten of op ooghoogte zaten, hoewel dat niet altijd het geval was. En veel studies erkenden dat zelfs wanneer artsen de opdracht kregen om bij patiënten te zitten, ze dat niet altijd deden – vooral niet als er geen aangewezen zitplaatsen waren.

Houchens weet uit zijn ervaring met het begeleiden van geneeskundestudenten en assistenten bij de VA dat artsen zich zorgen maken dat zitten de interacties verlengt wanneer ze andere patiënten en verantwoordelijkheden hebben. Maar de gegevens die het team heeft bestudeerd, suggereren dat dit niet het geval is.

Hij merkt op dat andere factoren, zoals de bezorgdheid over infectieoverdracht, het ook lastig kunnen maken om altijd op ooghoogte te blijven.

"We hopen dat ons werk meer aandacht zal genereren voor het belang van zitten en de algemene bevinding dat patiënten het waarderen", aldus Houchens. Het bieden van zitgelegenheid, het stimuleren van artsen om op ooghoogte te zitten, en het voorleven van ervaren artsen aan hun studenten en arts-assistenten, kan ook helpen.

Een onlangs gestart VA/UM-onderzoek, gefinancierd door de Agency for Healthcare Research and Quality en genaamd de M-Wellness Laboratory-studie, omvat de houding van artsen als onderdeel van een reeks interventies die gericht zijn op het creëren van ziekenhuisomgevingen die genezing en de band tussen patiënt en arts bevorderen.

Naast het aanmoedigen van artsen om naast het bed van patiënten te zitten, omvat de interventie ook het aanmoedigen van warme begroetingen bij het binnenkomen van de kamer van de patiënt en het stellen van vragen aan patiënten over hun prioriteiten en achtergrond tijdens gesprekken.

Onderzoekers zullen letten op verschillen in de duur van ziekenhuisopnames, heropnames, tevredenheidsscores van patiënten en andere meetgegevens tussen afdelingen waar het interventiepakket wordt geïmplementeerd en afdelingen waar het nog niet is geïmplementeerd.