Onderzoekers hebben een nieuw en verbeterd model ontwikkeld om de risico's en voordelen van visconsumptie te beoordelen

Het door de onderzoekers ontwikkelde model kan helpen bij het opstellen van aanbevelingen en het verbeteren van de bewijsbasis over de risico's en voordelen van visconsumptie, met name tijdens de zwangerschap.

In een artikel gepubliceerd in The American Journal of Epidemiology presenteren onderzoekers van het Brigham and Women's Hospital, de Harvard TH Chan School of Public Health, het University of Rochester Medical Center en Cornell University een nieuw raamwerk dat rekening houdt met het geschatte gemiddelde kwikgehalte van geconsumeerde vis. Dit helpt de schadelijke effecten van kwik af te wegen tegen de potentiële voordelen van de voedingsstoffen in vis.

Door deze aanpak toe te passen op een visetende populatie in Massachusetts, ontdekte het team dat het eten van toenemende hoeveelheden vis met een laag kwikgehalte tijdens de zwangerschap over het algemeen gunstig was, terwijl het eten van meer vis met een hoog kwikgehalte schadelijk was voor de neurologische ontwikkeling.

"Voor patiënten die advies zoeken over visconsumptie kunnen openbare aanbevelingen verwarrend zijn en leiden tot een lagere visconsumptie", aldus hoofdauteur Susan Corrick, MD, van de afdeling Netwerkgeneeskunde en de afdeling Longziekten en Intensieve Zorg van het Brigham and Women's Hospital. Corrick is tevens lid van het Harvard-NIH Center for Environmental Health.

"Ons onderzoek toont aan dat visconsumptie over het algemeen gunstig was voor de neurologische ontwikkeling wanneer zwangere vrouwen vis aten met een laag kwikgehalte, maar schadelijk wanneer ze vis aten met de hoogste gemiddelde kwikgehaltes. Het is belangrijk om na te denken over welke vis je eet, in plaats van alleen maar te minderen met vis", aldus hoofdonderzoeker Sally Thurston, PhD, van het University of Rochester Medical Center.

Blootstelling aan methylkwik (MeHg) kan neurologische ontwikkelingsstoornissen veroorzaken. Veel voedingsstoffen in vis zijn echter gunstig voor de neurologische ontwikkeling, waaronder meervoudig onverzadigde vetzuren, selenium, jodium en vitamine D.

Veel studies die de relatie tussen blootstelling aan kwik en gezondheid onderzoeken, meten kwik op basis van de ophoping ervan in haar. Door alleen haar te gebruiken, is het echter onmogelijk om de potentieel schadelijke effecten van kwik te onderscheiden van de gunstige effecten van visconsumptie. Het eten van een grote hoeveelheid vis met een laag kwikgehalte of een kleine hoeveelheid vis met een hoog kwikgehalte kan bijvoorbeeld resulteren in dezelfde hoeveelheid kwik in een haarmonster, maar kan verschillende potentiële gezondheidsrisico's met zich meebrengen.

Resultaten van analyses met gangbare statistische benaderingen voor dit probleem kunnen moeilijk te interpreteren zijn. Om deze beperkingen aan te pakken, hebben de onderzoekers een nieuw model voorgesteld dat rekening houdt met het verwachte gemiddelde kwikgehalte van geconsumeerde vis.

Het team keek naar gegevens van deelnemers aan de New Bedford Cohort (NBC), een onderzoek waarin 788 kinderen werden gevolgd van moeders die in de buurt van een Superfund-locatie in New Bedford, Massachusetts woonden.

Naast het onderzoeken van haarmonsters gebruikte het team ook gegevens uit een vragenlijst over voedselconsumptie die moeders ongeveer 10 dagen na de bevalling invulden. Deelnemers vulden gegevens in over de verschillende soorten vis die ze tijdens de zwangerschap aten.

De onderzoekers keken naar het verband tussen visconsumptie – gecategoriseerd als lage, gemiddelde en hoge gemiddelde kwikwaarden – en de neurologische ontwikkeling bij kinderen in het cohort. Het team mat de neurologische ontwikkeling met behulp van tests voor IQ, taal, geheugen en aandacht.

Bij kinderen van wie de moeders de meeste vis met het laagste kwikgehalte aten, was er een positief (gunstig) verband tussen visconsumptie en neurologische ontwikkelingsresultaten. Bij kinderen van wie de moeders de vis met het hoogste kwikgehalte aten, was het verband tussen visconsumptie en neurologische ontwikkelingsresultaten negatief (schadelijk).

De auteurs wijzen op verschillende beperkingen van het onderzoek, waaronder de onvolmaakte schattingen van het kwikgehalte in vis en de voedingsgegevens. De onderzoekspopulatie omvatte alleen deelnemers uit de regio New Bedford en keek alleen naar de neurologische ontwikkeling. Het onderzoek houdt ook geen rekening met variaties in nuttige voedingsstoffen in de geconsumeerde vis, zoals het PUFA- of seleniumgehalte.

"Ons doel is om met ons onderzoek bij te dragen aan een betere beoordeling van de risico-batenafwegingen van het consumeren van vis, een belangrijk onderdeel van veel gezonde diëten", aldus hoofdauteur Susan Corrick, MD, van de afdeling Netwerkgeneeskunde en de afdeling Longziekten en Intensieve Zorg van het Brigham and Women's Hospital.

Het team hoopt dat toekomstige studies deze modelleringsaanpak zullen uitbreiden en rekening zullen houden met zowel het gemiddelde kwik- als het nutriëntengehalte van vis.