Onze levens leiden naar kanker

Philippa Darbrey, biochemicus aan een van de meest vooraanstaande Britse universiteiten, herinnert zich nog goed het moment waarop ze stopte met het gebruiken van al haar toiletartikelen en ze naar de stortplaats bracht. Philippa hoorde een student de algemene mening verkondigen dat deodorants de ontwikkeling van kankergezwellen kunnen veroorzaken. Op dat moment raakte professor Darbrey geïnteresseerd in deze mening en besloot te onderzoeken of borstweefsel een conserveermiddel bevatte dat aan bijna alle moderne deodorants wordt toegevoegd. Volgens de fabrikanten was de gebruikte stof volkomen onschadelijk voor de menselijke gezondheid en drong het niet diep in het weefsel door. Net als de meeste voorstanders van de officiële geneeskunde was Philippa sceptisch en was ze ervan overtuigd dat het ontstaan van kanker absoluut niet verband hield met het gebruik van deodorants en andere cosmetica.

Uit onderzoek is echter gebleken dat het conserveermiddel in borstweefsel aanwezig is, en Philipa Darbrey was de eerste die dit wetenschappelijk kon aantonen.

Helen Rumbelow (columnist voor een Brits dagblad) schrijft dat borstkanker de afgelopen tien jaar steeds vaker bij jonge vrouwen (jonger dan 50 jaar) wordt vastgesteld. Deskundigen vragen zich af of dit te wijten is aan de verbeterde diagnostiek, aan de toenemende obesitas bij de moderne generatie of dat er andere verklaringen voor zijn.

Tegenwoordig worden chemicaliën bijna overal gebruikt, met name parabenen (conserveermiddelen, aanwezig in veel cosmetica), ftalaten (maken oppervlakken glad, worden gebruikt in nagellak, vloeibare zeep, douchegordijnen, enz.), bisfenol (maakt plastic sterker, wordt gebruikt bij de productie van flessen, blikjes, enz.).

Volgens onderzoek van het Centers for Disease Control and Prevention werden de chemicaliën aangetroffen in de urine van bijna 100% van de bevolking, waarbij de urine van vrouwen hogere concentraties ftalaten en parabenen bevatte (deze stoffen komen voor in huidverzorgingsproducten en parfums).

Volgens Helen betekent dit niet dat men tot het uiterste moet gaan en moderne cosmetica moet afwijzen, aangezien wetenschappers nog niet hebben bewezen dat deze stoffen de ontwikkeling van een tumor kunnen veroorzaken. Zoals studies hebben aangetoond, hebben zowel ftalaten als parabenen een zwak effect op de hormoonspiegel ( borstkanker is, zoals bekend, hormoonafhankelijk).

De chemicaliën hebben invloed op de oestrogeenspiegels, zij het in geringe mate, en wetenschappers vermoeden dat ze mogelijk invloed hebben op de ontwikkeling van kankersoorten die verband houden met oestrogeenspiegels, zoals prostaatkanker en borstkanker.

Oncoloog William Goodson, die samen met zijn collega's het effect van chemicaliën in kleine doses op de ontwikkeling van kankergezwellen onderzocht, merkte op dat het verband tussen kanker en chemicaliën nooit bewezen zal worden. Op dit moment heeft niemand onderzoek gedaan naar de vraag of een mengsel van chemicaliën in dezelfde crème een oncologisch proces kan veroorzaken, terwijl bekend is dat deze chemicaliën, afzonderlijk ingenomen, geen kanker kunnen veroorzaken.

In een interview met Rumbelow vertelde de wetenschapper dat hij en zijn gezin geen voedsel of water in plastic verpakkingen consumeren, geen kweekvis eten en dat hij bij het tanken met de wind mee probeert te rijden.

Volgens professor David Capenter, die ook deelnam aan het interview, zijn sommige experts van mening dat een stof die het DNA niet aantast, geen kwaadaardige tumor kan veroorzaken. De beschikbare gegevens, hoewel onvoldoende om concrete conclusies te trekken, kunnen echter niet worden genegeerd. Volgens Capenter moet iedereen nadenken over hoeveel pesticiden er in het dagelijks leven worden gebruikt. Zo gebruikt niemand bijvoorbeeld bij het aanbrengen van nagellak goede ventilatie om schadelijke dampen in te ademen (idealiter zou dit onder een ventilator moeten gebeuren).

Filipa Darbrey merkte ook op dat de brandvertragende spray die wettelijk verplicht op meubels moet worden aangebracht, volgens onderzoek bij 97% van de mensen in het bloed voorkomt, met name bij tieners. Onderzoek toont aan dat deze stof ook de hormoonspiegel beïnvloedt.

Filipa zelf vindt het belangrijk om het gebruik van lichaamsverzorgingsproducten zoveel mogelijk te beperken. Zo gebruikt ze shampoo en gewone zeep, maar is ze gestopt met hydraterende crèmes en deodorants.