Klimatologen: Noordpool zal ijsvrij zijn in de zomer tegen 2100

Het Noordpoolgebied – een mozaïek van zeeën, gletsjers en de noordelijke randen van continenten – is een plek die de meesten van ons nooit zullen zien. En voor de meesten van ons komt er bij het Noordpoolgebied één ding in gedachten: ijs.

Het bestaan van zee-ijs in het Noordpoolgebied verandert echter drastisch en het zal niet langer vanzelfsprekend zijn, nog tijdens ons leven.

Volgens een internationaal onderzoeksteam heeft het Vierde Rapport (2007) van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) de trends in de verdunning en drift van zee-ijs in het Noordpoolgebied onjuist ingeschat en in sommige gevallen aanzienlijk onderschat. Het document stelt dat het Noordpoolgebied in de zomer tegen 2100 ijsvrij zal zijn. Pierre Rampal van het Massachusetts Institute of Technology (VS) en zijn collega's denken dat dit enkele decennia eerder zal gebeuren.

Het IPCC, opgericht door de VN in 1988, streeft ernaar om veel conclusies te middelen. Het wordt soms bekritiseerd omdat het voorspellingen doet op basis van de "kleinste gemene deler" in klimaatonderzoek. En nu, na vergelijking van IPCC-modellen met feitelijke gegevens, hebben wetenschappers geconcludeerd dat het zee-ijs in het Noordpoolgebied gemiddeld vier keer sneller dunner wordt dan het rapport beweert en twee keer zo snel afdrijft.

Een deel van de mislukking kan te wijten zijn aan een ontoereikende modellering van de mechanische krachten die op en in het ijs in het Arctische gebied werken. IPCC-modellen richten zich sterk op temperatuurvariaties, maar wind en stromingen zijn net zo belangrijk. Ze veranderen het ijs in een "deeg", en deze massa kleine stukjes gedraagt zich anders dan normaal ijs.

Mechanische krachten spelen een bijzonder belangrijke rol in de winter, wanneer het ijs praktisch niet smelt. Vroeger, in die tijd, was het grootste deel van de Noordelijke IJszee bedekt met een dikke laag ijs. Tegenwoordig is dit ijs dunner en valt het onder invloed van wind en stroming uiteen in "ijsensembles", dat wil zeggen dat het niet langer een monolithische massa vormt. De opwarming in de zomer leidt tot verdere desintegratie. Wetenschappers noemen dergelijke ijsschotsgroepen pannenkoeken vanwege hun ronde vorm.

Zowel in de winter als in de zomer ontsnapt dit ijs vaak uit het Arctische bekken, meestal via de Straat Fram, een brede strook water tussen Groenland en de Spitsbergen-archipel. Hoe kleiner de ijsschots, hoe groter de kans dat hij door de Straat Fram stroomt en smelt in warmer water.

Maar er is ook een tegengestelde trend die het ijsverlies kan tegengaan. Zo kunnen grote scheuren in de winterijskap bijdragen aan de vorming van nieuw ijs, doordat zeer koude lucht in contact komt met de vloeibare oceaan en deze bevriest.

Deze tegenstrijdige trends maken het voorspellen van de toekomst van het zee-ijs in het Noordpoolgebied extreem moeilijk. Nauwkeuriger modellering en directe observaties zijn nodig, met name van mechanische krachten en andere fenomenen die nog onvoldoende begrepen worden. Onderzoekers van MIT en NASA's Jet Propulsion Laboratory werken aan de combinatie van modellen en observaties.

Het IPCC zelf heeft toegegeven dat zijn rapport uit 2007 te rooskleurig was. Kort na de publicatie waarschuwde de voorzitter van de groep, Rajendra Pachauri: "Het zal steeds erger worden."

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ]