Raapzaaddiacylglycerideolie kan zwaarlijvigheid bestrijden door het vetmetabolisme te verbeteren

Canola-olie is een veelgebruikte plantaardige olie, maar overmatige consumptie kan bijdragen aan obesitas. Een recente studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nutrients, onderzoekt hoe canola-diacylglycerol (RDG)-olie, gebruikt als functioneel vet, de vetophoping en het metabolisme in een muismodel kan beïnvloeden.

Obesitas is de overmatige ophoping van vet als gevolg van chronische en overmatige energie-inname in verhouding tot het energieverbruik. Obesitas wordt in verband gebracht met diverse ziekten, waaronder diabetes type 2, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en diverse soorten kanker.

Nu obesitas steeds meer voorkomt, schatten onderzoekers dat ongeveer vier miljard mensen in 2035 obees zouden kunnen worden. Obesitaspreventie is daarom een belangrijk onderdeel van het onderzoek naar de volksgezondheid.

Er zijn drie soorten vetweefsel: wit vetweefsel (WAT), bruin vetweefsel (BAT) en beige vetweefsel. WAT is een belangrijke bron van triacylglycerol (TAG), het eindproduct van de vetvertering na overmatige energie-inname.

BAT en beige vetweefsel zijn metabolisch actief en laten energie ontsnappen in de vorm van warmte. Deze warmte wordt geproduceerd door niet-oxidatieve ontkoppeling, wat op zijn beurt leidt tot een verhoogde glucoseopname door vetcellen en een versneld lipidenmetabolisme. Activering van deze vormen van vetweefsel kan daarom belangrijk zijn bij het corrigeren van de metabole onevenwichtigheden die gepaard gaan met obesitas.

"Het verlagen van de WAT en het verhogen van de BAT is essentieel voor het verbeteren van het lipidenmetabolisme en het voorkomen van obesitas."

Oliën in het menselijk dieet

Oliën zijn een belangrijke bron van essentiële vetzuren, vitaminen en andere vetoplosbare voedingsstoffen. Een overmatige consumptie van oliën in de voeding verhoogt echter het risico op obesitas.

Diacylglycerol (DAG) komt in kleine hoeveelheden voor in natuurlijke oliën. Het wordt gezien als een gezonde vervanger voor TAG-rijke oliën, omdat DAG niet wordt omgezet in TAG of TAG-chylomicronen, die geassocieerd worden met obesitas.

TAG wordt in de dunne darm omgezet in chylomicronen, die zich ophopen in vetweefsel. DAG daarentegen levert energie en reguleert de vetstofwisseling, verbetert de insulinegevoeligheid, reguleert de bloedlipidenspiegel en vermindert visceraal vet.

DAG kan ook het risico op abnormale bloedstolsels en bepaalde hart- en vaatziekten, zoals een hoog glucose- en lipidengehalte, verminderen. Daarnaast verbetert DAG de vetvertering door de afgifte van vetzuren in de darmen te bevorderen.

Koolzaadolie is de belangrijkste plantaardige olie in China en bestaat uit onverzadigde vetzuren. RDG staat daarom op het punt conventionele plantaardige oliën, waaronder koolzaadolie, te vervangen in olierijke voedingsmiddelen. Dit was de aanleiding voor de huidige studie, waarin de werkzaamheid van RDG werd vergeleken met koolzaadtriacylglycerololie (RTG) op obesitasgerelateerde parameters en klinische syndromen bij obese muizen.

Over de studie

De huidige studie vergelijkt de serumglucosewaarden bij obese muizen in een proef met een vetrijk dieet. In de RDGM-groep kregen de muizen acht weken lang een vetrijk dieet (HFD), gevolgd door twaalf weken RDG, waarbij 45% van de totale energie afkomstig was van RDG-olie.

Voor de RTGM-groep, die bestond uit muizen die ook acht weken lang een HFD-dieet kregen, gevolgd door twaalf weken RTG, kreeg de controlegroep 20 weken lang een controledieet. Ook de groep met een vetrijk dieet (HFD) en de RDG-groep, die 20 weken lang een RDG-dieet kreeg, werden in de analyse opgenomen.

Alle groepen, behalve de controlegroep, haalden 45% van hun energie uit de olie. Na acht weken vertoonden alle groepen een gemiddelde gewichtstoename van 20% ten opzichte van de controlegroep, wat erop duidde dat er obesitas was bereikt.

Voordelen van RDG voor obese muizen

Obese muizen in de RDGM-groep hadden lagere nuchtere glucosewaarden dan die in de RTGM-groep. Ook de ketonwaarden in het bloed daalden, wat wijst op een verminderde metabole belasting. De serumtriglyceridenwaarden in de RDGM-groep waren ook 26% lager dan die in de RTGM-groep.

De RDGM-groep vertoonde een significant langzamere gewichtstoename dan de RTGM-groep. Muizen uit de RDGM- en RDG-groep vertoonden ook een daling van de WAT-index en werden dunner dan muizen uit de RTGM-groep.

De levergrootte van de muizen in de RDG-groep was vergelijkbaar met die van de controlegroep, terwijl de muizen in de RTGM-groep de grootste lever hadden, gevolgd door de muizen in de RDGM-groep. De leverstructuur vertoonde gunstige veranderingen na RDGM-interventie in vergelijking met RTGM, wat wijst op een verbeterd lipidenmetabolisme in zowel de darm als de lever. De triglycerideniveaus waren lager in de muizen in de RDGM-groep in vergelijking met de muizen in de RTGM-groep, maar de high-density lipoproteïne (HDL)- en totale cholesterolwaarden waren vergelijkbaar.

Transcriptionele effecten

Transcriptionele effecten werden ook waargenomen in de RDGM-groep. Afnames in de expressie van peroxisome proliferator-activated receptor γ (PPAR-γ) en diacylglycerol acyltransferase (DGAT) genen, die geassocieerd zijn met vetophoping, werden waargenomen in de darm en lever. Specifiek was de PPAR-γ-expressie in de lever en darm met respectievelijk 22% en 7% verminderd, vergeleken met bijna 40% en 47% voor DGAT.

De vetafbraak in BAT bleef onveranderd, met kleine veranderingen in de lipolytische genexpressie. Deze observatie suggereert dat RDG-geïnduceerde veranderingen in adipogene genexpressie resulteren in een afname van witte vetafzettingen met kleinere vetcellen.

RDG-consumptie is in verband gebracht met een grotere diversiteit aan darmmicro-organismen. Veranderingen in soorten kunnen het lipidenmetabolisme verbeteren, wat tot gunstige effecten kan leiden.

Conclusies

Dieetinterventie met RDGM bij obese muizen ging gepaard met gunstige effecten, waaronder een verbeterde lichaamssamenstelling, lagere obesitasgerelateerde indices, een diverser darmmicrobioom, beperkte adipogenese en een verbeterd lipidenmetabolisme in verschillende belangrijke weefsels.

Omdat RDG de potentie heeft om leverschade te verminderen en het cholesterolmetabolisme te reguleren, suggereert deze relatie dat RDG-consumptie het lipidenmetabolisme kan reguleren.