Stoffen in koffie verlengen het leven

Volgens statistieken hebben koffiedrinkers minder last van hart- en vaatziekten en infectieziekten dan mensen die geen koffie drinken.

Koffie voorkomt niet alleen de ontwikkeling van neurologische aandoeningen: volgens wetenschappers van het National Cancer Institute (VS) beschermt het ons tegen hart- en vaatziekten, beroertes, hartaanvallen en zelfs sommige infecties. En het verlengt over het algemeen het leven. O, dit soort onderzoek doen is een ondankbare taak: waar is de garantie dat iemand die honderd jaar leeft, zijn lange leven te danken heeft aan koffie, en niet aan twee of drie jaar waarin hij juist om de een of andere reden cafeïne moest laten staan?

Maar deze keer deden de onderzoekers een beroep op werkelijk gigantische statistieken: gegevens van meer dan 400.000 mensen die midden jaren negentig door artsen werden ondervraagd over hun koffieconsumptie. Uit deze gigantische steekproef sloten de onderzoekers degenen uit die kanker, hartaandoeningen of andere ernstige ziekten hadden, en volgden vervolgens de sterftecijfers onder de overgebleven gezonde mensen tot 2008. Het bleek dat degenen die twee of meer kopjes koffie per dag dronken, 10-16% minder vaak stierven. Volgens deze statistieken was één kopje koffie al veel minder dan twee. Bovendien waren de voordelen van koffie duidelijker bij vrouwen dan bij mannen: vrouwen die zes kopjes per dag dronken, stierven 15% minder vaak, terwijl mannen slechts 10% minder vaak stierven (vergeleken met degenen die geen koffie dronken).

Zoals onderzoekers schrijven in het New England Journal of Medicine, hebben meer dan twee kopjes koffie per dag een gunstig effect op het cardiovasculaire systeem en verminderen ze het risico op luchtwegaandoeningen en diabetes. Meer dan vier kopjes verminderen de kans op acute hartaanvallen en infectieziekten. De onderzoekers hielden rekening met factoren zoals lichaamsgewicht, roken, alcoholverslaving, de consumptie van rood of wit vlees en een voorkeur voor fruit en groenten. Zelfs als we bedenken dat dit alles ook de levensverwachting beïnvloedt, bleef het effect van koffie merkbaar.

En tot slot, het belangrijkste resultaat van het onderzoek: net als bij neurologische aandoeningen was het gunstige effect van cafeïnevrije koffie exact hetzelfde als dat van gewone koffie. Dat wil zeggen, het gaat niet om cafeïne, maar om enkele andere biologisch actieve stoffen die in koffiebonen aanwezig zijn. Het zou natuurlijk erg interessant zijn om te weten welke stoffen dat zijn, maar de onderzoekers voorzien hier grote problemen. Koffie verlengt blijkbaar het leven niet omdat het de weg naar een bepaalde ziekte blokkeert. Dat wil zeggen, het effect treedt in meerdere richtingen tegelijk op – en dit betekent dat het erg moeilijk zal zijn om zo'n complex mechanisme te ontcijferen.

[ 1 ], [ 2 ]