Wie heeft er meer last van griep?

Voor het vrouwelijk lichaam is het moeilijker om met de infectie om te gaan vanwege de eigen hormonen, die het immuunsysteem overprikkelen en als gevolg daarvan een krachtige, inadequate immuunreactie ontwikkelen.

Waarom is het zwakkere geslacht vatbaarder voor infecties? Deze vraag werd voor het eerst gesteld door onderzoekers in de Verenigde Staten, die muizen van verschillende geslachten observeerden die besmet waren met het griepvirus. Het bleek dat vrouwtjes de ziekte beter verdragen dan mannetjes. Het verschil verdween toen de eierstokken bij vrouwtjes en de testikels bij mannetjes werden verwijderd.

Het was mogelijk om de beschermende werking van muizen tegen het virus te versterken door vrouwtjes met verwijderde geslachtsklieren oestrogeen en progesteron toe te dienen. Immuuncellen hebben speciale receptoren voor vrouwelijke geslachtshormonen, wat al lang bekend is. Om deze reden wordt aangenomen dat vrouwen vaker last hebben van auto-immuunziekten, omdat het vrouwelijke immuunsysteem constant geïrriteerd wordt door geslachtshormonen.

Constante 'gevechtsgereedheid' kan het verloop van infectieprocessen verergeren. Bij griep kan het lichaam van een vrouw bijvoorbeeld minder pathogene virussen bevatten dan dat van een man, waardoor de symptomen ernstiger zullen zijn. Deze paradox kan alleen worden verklaard door een overmatige immuunreactie op virussen.

Het blijkt dat het immuunsysteem van de vrouw, onder invloed van geslachtshormonen, een overmatige reactie ontwikkelt die de infectie elimineert en schade aan het lichaam zelf toebrengt. Het overactieve immuunsysteem produceert overmatige bescherming waar het met minder moeite had gekund.

Volgens buitenlandse experts kan regelmatige vaccinatie een uitweg uit een dergelijke situatie zijn. Dit helpt het lichaam te wennen aan de ziekteverwekker en voorkomt een heftige reactie wanneer deze later verschijnt. Een andere manier is het gebruik van hormonale anticonceptiva die de hormoonspiegels in balans houden en onregelmatigheden in de menstruatiecyclus voorkomen. Tijdens seizoensgebonden exacerbaties kan de gecombineerde werking van anti-infectiemedicijnen en hormoonverlagende middelen geen kwaad.

Wetenschappers geven echter zelf toe dat er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar de invloed van de vrouwelijke hormoonspiegels, de maandelijkse cyclus en de reactie van het vrouwelijk lichaam op verschillende infecties. Het is daarom nog te vroeg om voorbarige conclusies te trekken en medische adviezen te geven.

Britse artsen zijn een compleet tegenovergestelde mening toegedaan en geloven dat mannen van een bepaalde leeftijd virusinfecties moeilijker verdragen. Dit komt door veranderingen in het hersengebied, namelijk de aanwezigheid van een verhoogd aantal thermische receptoren in de hypothalamus. Het hersengebied met de preoptische kernen, verantwoordelijk voor verschillende indicatoren, waaronder temperatuur, ontvangt signalen over de aanwezigheid van een ziekteverwekker in het lichaam. Onder invloed van testosteron veroorzaken de kernen op hun beurt een aanzienlijke temperatuurstijging. Bij mannen is, zoals bekend, het preoptische gebied van de hypothalamus groter dan bij vrouwen, waardoor zij infectieziekten moeilijker verdragen.

Heeft de ernst van de griepziekte te maken met de "seksuele voorkeuren" van de virussen zelf, of is dit weer een mythe? Wetenschappers zijn er nog niet achter. Maar het feit dat kinderen en ouderen de infectie beter verdragen, is een bewezen feit.