Bomen verbeteren geheugen en aandacht bij kinderen

Een internationale groep van specialisten heeft in het kader van hun gezamenlijke werk vastgesteld dat de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden (denken, aandacht, geheugen, het waarnemen van nieuwe informatie, redeneervermogen, ruimtelijke oriëntatie, enz.) bij kinderen direct afhankelijk is van het aantal bomen in de omgeving. Bovendien verbeteren alleen al groene oppervlakken rondom het kind de cognitieve activiteit van de hersenen.

Deskundigen uit Noorwegen, Amerika en Spanje, onder leiding van Payam Dadvand, kwamen tijdens hun onderzoek tot de conclusie dat groene ruimtes en oppervlakken rondom kinderen bijdragen aan de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden. Deze conclusies werden getrokken na langdurige observatie van schoolkinderen van 7 tot 10 jaar. Bijna drieduizend kinderen van verschillende scholen in Barcelona namen deel aan het onderzoek; specialisten observeerden de vaardigheden van de kinderen gedurende 12 maanden. Gedurende deze periode deden de schoolkinderen regelmatig tests om de mate van cognitieve ontwikkeling te bepalen. Vervolgens vergeleek de groep wetenschappers de testresultaten met satellietgegevens, die de hoeveelheid groen rondom het huis van het kind, op weg naar school en direct naast de school lieten zien.

Hieruit bleek dat planten in de buurt van het huis vrijwel geen effect hadden op de vaardigheden van het kind. Tegelijkertijd verbeterde de aanwezigheid van bomen of struiken op de weg naar en rondom school het geheugen en de aandacht van schoolkinderen (gemiddeld steeg de indicator met 5%).

Nadat de experts nog een factor toevoegden, namelijk de mate van milieuvervuiling, die ook tot op zekere hoogte wordt beïnvloed door het aantal bomen en struiken, steeg de afhankelijkheid tot 65%. Met andere woorden: hoe meer de lucht rond de school vervuild is, hoe lager het geheugen, de aandacht en het vermogen om nieuwe informatie te verwerken bij de schoolkinderen.

Het is belangrijk om op te merken dat de conclusies van wetenschappers worden bevestigd door andere onafhankelijke studies. Sommige experts verklaren dit verband door het feit dat hoe meer planten er zijn, hoe minder lawaai er is dat een kind kan afleiden van het leerproces; bovendien zijn er minder luchtverontreinigende stoffen in groene gebieden, zoals auto's, die niet alleen een negatieve invloed hebben op het geheugen en de aandacht, maar ook op de algemene gezondheid van een persoon. Andere experts suggereerden dat dit komt doordat schoolkinderen meer tijd buiten doorbrengen.

Er werd ook een hypothese geopperd over biofilie, die van nature inherent is aan ons. Volgens deze theorie heeft zich in de loop van duizenden jaren bij mensen een psychologische behoefte ontwikkeld om te genieten van groene landschappen. Zoals experts hebben opgemerkt, is het niet de aanwezigheid van bomen die een mens helpt zich te ontwikkelen, maar juist de afwezigheid ervan die de gezondheid negatief beïnvloedt. Niemand kan in ieder geval met zekerheid zeggen waarom er een dergelijk verband bestaat tussen leervermogen en groene ruimtes rondom een kind. Misschien is het hele punt wel dat "groene" scholen meer aandacht besteden aan de ontwikkeling van kinderen en dat ze daardoor als welvarender worden beschouwd.