Darmbacteriën van het geslacht Lactobacillus ontwikkelen stressbestendigheid en mannelijkheid

Darmbacteriën van het geslacht Lactobacillus verstoren het gedrag en de hersenfysiologie van muizen, waardoor hun gastheren koudbloediger, moediger en stressbestendiger worden.

De microflora van het maag-darmkanaal omvat honderden soorten. Hun werk beperkt zich niet tot de gebruikelijke ondersteuning bij het verteren van voedsel, en wetenschappers beginnen pas te begrijpen hoe divers de invloed van al deze micro-organismen op onze fysiologie is. Zoals de afgelopen jaren is aangetoond, beïnvloedt de microflora op de een of andere manier zelfs de psychologie en het gedrag van de gastheer, en dit gebeurt ofwel via de vrijkomende gifstoffen ofwel via stimulatie van het immuunsysteem. Er is echter nog onvoldoende onderzoek gedaan naar dit fascinerende onderwerp om hier definitieve uitspraken over te doen.

Wetenschappers van het University College Cork (Ierland) zijn samen met collega's van McMaster University (Canada) begonnen met het testen van de manier waarop veranderingen in de samenstelling van de darmflora het gedrag van muizen beïnvloeden.

De onderzoekers gaven de dieren bouillon met Lactobacillus rhamnosus. Lactobacillus-bacteriën zijn vriendelijk voor hun gastheren en vormen het hoofdingrediënt van probiotische supplementen, maar de mogelijke bijwerkingen ervan zijn nog nauwelijks onderzocht. Het experiment toonde aan dat Lactobacillus rhamnosus een positief effect had op het gedrag van de dieren. Muizen die zes weken lang met de bacteriën werden gevoed, vertoonden een verhoogde stressbestendigheid en verminderd angstgevoelens. De dieren besteedden meer tijd aan het verkennen van open ruimtes en smalle, open 'bruggen' die ze normaal gesproken eng zouden vinden. Wanneer muizen die met de bacteriën werden gevoed in water werden geplaatst, waren hun stresshormoonspiegels lager dan die van hun soortgenoten in een vergelijkbare situatie.

Lactobacillus rhamnosus zorgde ervoor dat de knaagdieren koelbloediger en moediger werden, en dat angst en stress afnamen.

Zoals de onderzoekers schrijven in het tijdschrift PNAS, vertoonden muizen met lactobacillen op moleculair niveau eigenaardigheden in de activiteit van genen die coderen voor GABA-receptoren. GABA (gamma-aminoboterzuur) is een van de belangrijkste neurotransmitters in de hersenen; voor zenuwcellen is het een soort kalmerend middel dat de activiteit van opgewonden neuronen vermindert. Veel medicijnen voor de behandeling van posttraumatische stressstoornis of paniekaanvallen richten zich op cellulaire receptoren van gamma-aminoboterzuur. De herschikking van GABA-receptoren in de hersenen van muizen met Lactobacillus rhamnosus verliep op een vrij complexe manier; in sommige hersengebieden waren er meer receptoren, in andere minder, maar over het algemeen, zoals de auteurs van het artikel benadrukken, leidden de veranderingen tot een afname van de angst bij de dieren.

Al deze effecten worden blijkbaar uitgevoerd via de nervus vagus, die informatie over de inwendige organen verzamelt en doorgeeft aan de hersenen. Als het deel ervan dat de darmen innerveert bij muizen werd doorgesneden, werd er geen verschil waargenomen tussen de muizen met en zonder de bacterie. Wetenschappers kunnen echter nog niet precies zeggen hoe Lactobacillus rhamnosus met de nervus vagus "communiceert".

Enerzijds is dit een opmerkelijke studie die de minder voor de hand liggende aspecten van onze relatie met onze symbionten onderzoekt. Anderzijds, kan het effect van de bacterie Lactobacillus rhamnosus op muizen als zo positief worden beschouwd? Een al te dappere muis verandert immers al snel in een dode muis. Ten slotte moeten de verkregen resultaten met de nodige voorzichtigheid op mensen worden toegepast, aangezien ons emotionele leven en onze zorgen complexer zijn dan muizenstress...

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ]