Wetenschappers hebben een nieuwe methode ontwikkeld om depressies te behandelen

Momenteel lijdt bijna een op de tien mensen ter wereld aan een vorm van depressie. Wetenschappers proberen daarom nieuwe, effectievere en veiligere manieren te ontwikkelen om deze aandoening te behandelen. Volgens hen hebben medewerkers van het Texas Medical Center een ontdekking gedaan die een ware doorbraak in de geneeskunde zou kunnen betekenen.

Een groep onderzoekers onder leiding van Dr. Jeffrey Zigman heeft een uniek mechanisme geïdentificeerd waarmee het natuurlijke antidepressieve hormoon de hersenen beïnvloedt. De wetenschappers merkten ook op dat ze een neuroprotectief medicijn hebben ontdekt dat aanzienlijk verschilt van de medicijnen die momenteel worden gebruikt voor de behandeling van depressie.

Een onderzoeksgroep analyseerde het hormoon ghreline bij knaagdieren (dit hormoon staat ook bekend als het hongerhormoon, omdat het een verhoogde eetlust opwekt). Enkele jaren geleden ontdekten wetenschappers dat de eigenschappen van ghreline zich manifesteren in een verhoogde hormoonspiegel in het lichaam als gevolg van een langdurige stressvolle toestand of een caloriearm dieet. Recent onderzoek door specialisten heeft aangetoond dat het hormoon ook leidt tot de vorming van nieuwe neuronen tijdens neurogenese in de hippocampus. In hun onderzoek probeerde een groep specialisten vast te stellen of het mogelijk is om de antidepressieve werking van dit hormoon te versterken met behulp van de enkele jaren geleden ontdekte verbinding P7C3. Eerdere studies hebben aangetoond dat de verbinding P7C3 een neuroprotectief effect heeft op patiënten met de ziekte van Parkinson, traumatisch hersenletsel en amyotrofische sclerose. Nu hebben specialisten ontdekt dat deze verbinding helpt bij de behandeling van depressieve stoornissen. Bovendien verhoogt P7C3 de effectiviteit van ghreline, namelijk de neurogenetische eigenschappen ervan, wat over het algemeen een krachtig antidepressief effect heeft. P7C3 heeft een actievere analoog, P7C3-A20, die de productie van neuronen effectiever stimuleert dan de huidige antidepressiva.

Bovendien ontdekte een ander onderzoeksproject onder leiding van Jonathan Shaffer dat vitamine D, dat in veel supplementen zit, niet helpt bij depressieve en neurologische aandoeningen. Wetenschappers ontvingen dergelijke gegevens na verschillende onderzoeken waaraan meer dan drieduizend mensen deelnamen. Tijdens de onderzoeken bewezen wetenschappers dat vitamine D geen therapeutisch effect heeft bij de behandeling van depressie. Uit onderzoek bleek dat klinische depressieve stoornissen niet reageerden op een dergelijke behandeling en dat de afname van depressiesymptomen vrijwel gelijk was aan die bij het nemen van een placebo. Het positieve effect van het nemen van supplementen met vitamine D werd alleen waargenomen bij patiënten met een tekort aan deze vitamine in hun lichaam.

Vitamine D is alleen effectief in combinatie met antidepressiva. De voordelen van de vitamine bij depressie moeten nader worden onderzocht, merkt dr. Shaffer op.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ], [ 6 ], [ 7 ]