Acute stressstoornis bij kinderen: oorzaken, symptomen, diagnose, behandeling

Acute stressstoornis (ASS) is een korte periode (ongeveer 1 maand) van opdringerige herinneringen en nachtmerries, terugtrekking, vermijding en angst die binnen 1 maand na een traumatische gebeurtenis optreedt.

Posttraumatische stressstoornis (PTSS) wordt gekenmerkt door terugkerende, intrusieve herinneringen aan een uitzonderlijk intense traumatische gebeurtenis die langer dan een maand aanhouden en gepaard gaan met emotionele sufheid en gevoelloosheid, evenals slapeloosheid en verhoogde autonome prikkelbaarheid. De diagnose wordt gesteld op basis van anamnese en onderzoek. De behandeling omvat gedragstherapie, SSRI's en anti-adrenerge medicijnen.

Vanwege verschillen in temperament en veerkracht ten opzichte van stressoren, zullen niet alle kinderen die een ernstig trauma meemaken de stoornis ontwikkelen. Traumatische gebeurtenissen die vaak deze stoornissen veroorzaken, zijn onder andere mishandeling, verkrachting, auto-ongelukken, hondenbeten en trauma (vooral brandwonden). Bij jonge kinderen is huiselijk geweld de meest voorkomende oorzaak van PTSS.

[ 1 ]

Symptomen van acute stressstoornis bij kinderen

Acute stressstoornis en posttraumatische stressstoornis zijn nauw verwant en verschillen voornamelijk in de duur van de symptomen: acute stressstoornis wordt binnen 1 maand na de traumatische gebeurtenis vastgesteld, terwijl posttraumatische stressstoornis pas wordt vastgesteld als er meer dan 1 maand is verstreken sinds de traumatische gebeurtenis en de symptomen aanhouden. Een kind met acute stressstoornis verkeert waarschijnlijk ook in een sufte toestand en kan zich losgekoppeld voelen van de dagelijkse realiteit.

Opdringerige herinneringen zorgen ervoor dat zulke kinderen de traumatische gebeurtenis herbeleven. De ernstigste vorm van opdringerige herinneringen is een "flashback" - levendige, realistische beelden van wat er is gebeurd, waarbij het kind zich opnieuw in de traumatische situatie lijkt te bevinden. Ze kunnen spontaan zijn, maar worden meestal uitgelokt door iets dat verband houdt met de oorspronkelijke gebeurtenis. Zo kan de aanblik van een hond een "flashback" veroorzaken en een terugkeer naar de reeds ervaren situatie van een hondenaanval. Tijdens dergelijke episodes kan het kind doodsbang zijn en de omgeving niet waarnemen, wanhopig proberen zich te verbergen of weg te rennen; het kan tijdelijk het contact met de realiteit verliezen en geloven dat het echt in gevaar is. Sommige kinderen hebben nachtmerries. Bij andere soorten ervaringen (bijvoorbeeld obsessieve gedachten, mentale beelden, herinneringen) is het kind zich bewust van wat er gebeurt en verliest het het contact met de realiteit niet, hoewel het onder ernstige stress kan staan.

Emotionele matheid en gevoelloosheid omvatten een aantal symptomen zoals een algemeen gebrek aan interesse, sociale terugtrekking en een subjectief gevoel van gevoelloosheid. Het kind kan een pessimistische kijk op de toekomst ontwikkelen, zoals: "Ik word geen 20."

Symptomen van hyperarousal zijn onder andere angst, extreme angst en een onvermogen om te ontspannen. De slaap kan verstoord en gecompliceerd worden door frequente nachtmerries.

De diagnose acute stressstoornis en posttraumatische stressstoornis is gebaseerd op een voorgeschiedenis van een traumatische gebeurtenis die leidt tot herbeleving, emotionele gevoelloosheid en hyperarousal. Deze symptomen moeten ernstig genoeg zijn om beperkingen of stress te veroorzaken. In sommige gevallen kunnen symptomen van posttraumatische stressstoornis maanden of zelfs jaren na de traumatische gebeurtenis optreden.

Prognose en behandeling van acute stressstoornis bij kinderen

De prognose voor acute stressstoornis is aanzienlijk beter dan voor posttraumatische stressstoornis, maar in beide gevallen verbetert de prognose door vroege behandeling. De ernst van het trauma dat gepaard gaat met lichamelijk letsel en het vermogen van het kind en de familieleden om van het trauma te herstellen, beïnvloeden de uitkomst.

SSRI's worden vaak gebruikt om emotionele gevoelloosheid en herbeleving te verminderen, maar zijn minder effectief bij hyperarousal. Antiadrenerge geneesmiddelen (bijv. clonidine, guanfacine, prazosine) kunnen effectief zijn bij hyperarousalsymptomen, maar hiervoor is slechts voorlopig bewijs. Ondersteunende psychotherapie kan effectief zijn bij kinderen met traumatische gevolgen, zoals brandwondenmisvormingen. Gedragstherapie kan nuttig zijn om de gevoeligheid voor triggers die symptomen uitlokken, systematisch te verminderen.