Autisme als complicatie van vaccinaties

In veel ontwikkelde landen is het verband tussen autisme en vaccinatie nog steeds onderwerp van gesprek in de media. Hierdoor daalt de vaccinatiegraad en blijft het aantal mazelengevallen voortduren.

In de afgelopen jaren is in veel landen een toename (2-3 keer) waargenomen in de incidentie van autisme en andere stoornissen binnen dit spectrum (pervasieve ontwikkelingsstoornissen). De frequentie hiervan bedraagt inmiddels 0,6% van de kinderpopulatie. Onderzoek in 14 regio's in de Verenigde Staten (meer dan 400.000 kinderen) toonde een prevalentie van spectrumstoornissen van 0,66%, met schommelingen van 0,33 tot 1,06% en een overwicht van jongens in een verhouding van 3,4-5,6 per 1 meisje.

De meeste onderzoekers associëren dit fenomeen met de uitbreiding van het diagnostisch kader voor deze pathologie en de verbetering van het diagnostische proces. Een artikel van Dr. Wakefield uit 1998 bracht echter de ontwikkeling van autisme en chronische darmaandoeningen bij deze kinderen in verband met de introductie van het BMR-vaccin. Deze hypothese, gebaseerd op individuele observaties, werd weerlegd door een aantal zorgvuldig uitgevoerde studies, samengevat door twee groepen wetenschappers. In april 2008 beschuldigde de British Medical Council Dr. Wakefield ervan dat hij bij zijn onderzoek niet aan ethische normen had voldaan en dat hij tegen de belangen van de onderzochte kinderen had gehandeld; hij is momenteel niet actief in de medische praktijk. Ook zijn coauteurs zijn beschuldigd.

In de Verenigde Staten heeft de overheid begin 2008 een rechtszaak toegewezen die was aangespannen door de ouders van een 9-jarig kind met mitochondriële aandoeningen en autisme dat op 18 maanden was gevaccineerd met BMR, hoewel er geen direct verband werd gelegd tussen de ontwikkeling van autisme en de vaccinatie. Deze overheidsmaatregel werd door de medische wereld veroordeeld.

Het lijkt erop dat het laatste woord over deze kwestie is gegeven door twee recent gepubliceerde studies. Eén daarvan onderzocht de immuunrespons op het mazelenvaccin bij 98 10-12-jarige kinderen met autisme vergeleken met die bij 148 kinderen zonder autisme. Er werd geen verschil in immuunrespons gevonden tussen de groepen of tussen kinderen met autisme, afhankelijk van de ernst van de symptomen. RNA van het mazelenvirus in perifere bloedmonocyten werd aangetroffen bij één kind met autisme en bij twee kinderen in de vergelijkingsgroep.

Een andere studie onderzocht de aanwezigheid van RNA van het vaccinmazelenvirus in darmbiopsieën van kinderen met darmaandoeningen, met en zonder autisme. Geblindeerde studies in drie laboratoria (waaronder het laboratorium dat aanvankelijk een verband suggereerde tussen lymfoïde hyperplasie van het slijmvlies en autisme bij vaccinatie) vonden geen verschillen tussen de experimentele en controlegroep, noch de timing van autisme bij de introductie van het vaccin.

Merthiolaat, het natriumzout van ethylkwikthiosalicylaat, wordt al jaren gebruikt als antibacterieel conserveermiddel in diverse geïnactiveerde vaccins die parenteraal worden toegediend. In 1997 wijzigde Congreslid F. Pallone de wet in de Verenigde Staten en verplichtte de FDA om onderzoek te doen naar kwik als conserveermiddel, ook in vaccins. Tijdens een bijeenkomst in de Verenigde Staten in 1999 werd gemeld dat een kind jonger dan 6 maanden met 3 vaccinaties (DPT, Hib, HBV) 187,5 mcg kwik binnenkrijgt, wat bijvoorbeeld laag is in vergelijking met de hoeveelheden kwik die sommige vissoorten binnenkrijgen (in de vorm van methylkwik); bovendien is er geen enkel rapport over een nadelig effect van merthiolaat in vaccins vastgesteld. De bijeenkomst nam echter wel een "voorzichtige" aanbeveling aan waarin fabrikanten werden opgeroepen om te overwegen de dosis thimerosal in vaccins te verlagen. Toegegeven, deze onlogische conclusie heeft tot enige bezorgdheid geleid. Met name worden er minder kinderen gevaccineerd tegen hepatitis B in de neonatale periode. Geschat wordt dat jaarlijks ongeveer 2.000 pasgeborenen worden blootgesteld aan een hepatitis B-infectie vanwege fouten bij het testen van zwangere vrouwen.

Om de mogelijke bijwerkingen van thimerosal in vaccins te onderzoeken, verschenen er al in 2004 studies die deze vraag ontkennend beantwoordden. De kwikwaarden in het bloed bij pasgeborenen, kinderen van 2 en 6 maanden oud waren maximaal gedurende de eerste dag na vaccinatie en bedroegen respectievelijk 5,0±1,3, 3,6±1,5 en 2,8±0,9 ng/ml; ze daalden snel en keerden tegen het einde van de maand terug naar het niveau van vóór de vaccinatie. Thimerosal werd uitgescheiden via de feces (respectievelijk 19,1±11,8, 37,0±27,4 en 44,3±23,9 ng/g, met een maximum op de 5e dag) en de halfwaardetijd was 3,7 dagen. De auteurs concluderen dat de farmacokinetiek van thimerosal verschilt van die van methylkwik, zodat gegevens over laatstgenoemde niet kunnen worden geëxtrapoleerd naar thimerosal.

De meest uitgebreide studie was die naar de psychomotorische ontwikkeling in 42 parameters bij meer dan 1000 kinderen van 7-10 jaar. Deze studie toonde aan dat een hogere dosis thimerosal, toegediend samen met vaccins en immunoglobuline op de leeftijd van 0-7 maanden, geassocieerd was met hogere (met 1 punt) indicatoren van fijne motoriek, aandacht en zelfstandig bewegen. Een hogere dosis thimerosal op de leeftijd van 0-28 dagen was geassocieerd met een lager (met 1 punt) vermogen tot spraakarticulatie, maar met hogere (eveneens met 1 punt) indicatoren van fijne motoriek.

En de berichten over het verband tussen autisme en thimerosal in vaccins lijken volkomen onwaarschijnlijk, ondanks de consequent negatieve resultaten van een aantal studies over dit onderwerp. Zo werd in de VS in 2000-2001 het gebruik van vaccins met thimerosal praktisch stopgezet, maar in de daaropvolgende jaren werd een toename opgemerkt van het aantal autistische patiënten dat geen thimerosal kreeg. Een analyse van de gegevens over dit onderwerp bracht ernstige methodologische fouten aan het licht; er werd geen verband gevonden tussen thimerosal in vaccins en autisme. En vanwege sensationele berichten in de media worden angsten onder de bevolking in stand gehouden en wordt chelatietherapie bij autistische kinderen (ongeveer 10.000 in de VS) gestimuleerd, wat niet alleen geen bewezen effectiviteit heeft, maar ook dodelijk kan zijn.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ], [ 6 ], [ 7 ], [ 8 ]