Verslaving - Symptomen

Symptomen van verslaving

Verslaving is een complex biopsychosociaal probleem dat niet alleen door het grote publiek, maar ook door veel zorgprofessionals slecht wordt begrepen. Het primaire symptoom van deze stoornis is gedrag dat wordt gekenmerkt door dwangmatig verwerven en gebruiken van psychoactieve stoffen. De diagnose verslaving (ook wel afhankelijkheid genoemd) wordt gesteld volgens de criteria van de American Psychiatric Association. Deze criteria zijn van toepassing op elke vorm van verslaving en vereisen de aanwezigheid van gedragsmatige symptomen die verband houden met het verwerven en gebruiken van psychoactieve stoffen. Volgens deze criteria kan een diagnose van verslaving worden gesteld als ten minste drie van deze symptomen aanwezig zijn. Deze gedragsmatige symptomen van verslaving zijn handelingen om aan de drug te komen die geïntegreerd zijn in normale dagelijkse activiteiten. Hoewel de aanwezigheid van tolerantie en ontwenning in de diagnose wordt meegenomen, zijn deze op zichzelf niet voldoende om de diagnose te stellen. Tolerantie wordt gekenmerkt door de noodzaak van een aanzienlijke verhoging van de dosis van de stof om het gewenste effect te bereiken of een duidelijke verzwakking van het effect bij voortgezette toediening van dezelfde dosis. Ontwenningsverschijnselen worden gekenmerkt door reboundvegetatieve symptomen die optreden wanneer een middel dat gedurende een bepaalde periode regelmatig is gebruikt, plotseling wordt stopgezet, afhankelijk van de aard van het middel en de toegediende dosis. Ontwenningsverschijnselen zijn meestal het tegenovergestelde van de effecten die door het middel worden veroorzaakt. Middelenmisbruik is een minder ernstige vorm van pathologisch gedrag dat gepaard gaat met het verkrijgen van een middel, en de diagnose ervan is mogelijk als slechts één of twee van de genoemde symptomen aanwezig zijn. Alleen wanneer tolerantie of ontwenning gepaard gaat met gedragsveranderingen, wordt de aandoening als een verslaving beschouwd.

Er bestaat enige terminologische verwarring rond dit concept. Deze ontstaat om twee redenen. Ten eerste wordt algemeen aangenomen dat tolerantie en ontwenning in wezen synoniem zijn met het concept verslaving. Verslaving is in feite een gedragsstoornis die al dan niet gepaard gaat met tolerantie en ontwenning. Veel medicijnen die worden voorgeschreven voor de behandeling van pijn, angst en zelfs hypertensie veroorzaken tolerantie en ontwenning (wanneer ermee wordt gestopt). Deze verschijnselen worden geassocieerd met normale fysiologische adaptatie als reactie op regelmatige toediening van medicijnen. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen deze concepten, aangezien patiënten met ernstige pijn vaak stoppen met het gebruik van opioïden die ze nodig hebben, simpelweg omdat ze tolerantie ontwikkelen, en ontwenningsverschijnselen optreden wanneer de toediening plotseling wordt gestopt. In de praktijk vertonen patiënten die opioïden gebruiken voor ernstige pijn zelden gedragsmatige symptomen die hen in aanmerking zouden laten komen voor de diagnose afhankelijkheid (volgens DSM-IV). De term 'lichamelijke afhankelijkheid' wordt vaker gebruikt voor deze situatie, waarbij geen sprake is van het ontwikkelen van verslaving en waarop de DSM-IV-criteria voor afhankelijkheid niet van toepassing zijn.

De tweede reden voor verwarring is dat de handelingen die gepaard gaan met het verkrijgen van de psychoactieve stof meestal niet het enige probleem zijn dat behandeling vereist bij een drugsverslaafde die medische hulp heeft gezocht. In de meeste gevallen zijn er zeer ernstige medische, psychiatrische, sociale, arbeids- en juridische problemen waardoor de handelingen die gepaard gaan met het verkrijgen van de drug naar de achtergrond verdwijnen. Daarom moet het verslavingsbehandelingsprogramma uitgebreid zijn. De uitkomst van de behandeling kan sterker afhangen van gelijktijdig optredende psychische stoornissen dan van de hoeveelheid, frequentie en duur van het gebruik van psychoactieve stoffen. Het algoritme voor verslavingsbehandeling dat in figuur 8.1 wordt gepresenteerd, vereist een uitgebreid onderzoek en omvat het aanpakken van alle gelijktijdig optredende stoornissen.