Occipitale hersenkwab

De occipitale kwab (lobus occipitalis) bevindt zich achter de pariëto-occipitale groeve en de conditionele voortzetting ervan op het bovenste laterale oppervlak van de hemisfeer. Vergeleken met andere kwabben is deze klein van formaat. De occipitale kwab eindigt met de occipitale pool (polus occipitalis). De groeven en windingen op het bovenste laterale oppervlak van de occipitale kwab zijn zeer variabel. De meest frequente en best weergegeven is de transversale occipitale groeve (sulcus occipitalis transversus), een soort posterieure voortzetting van de intrapariëtale groeve van de pariëtale kwab.

De occipitale kwab aan de buitenkant heeft geen duidelijke grenzen die hem scheiden van de pariëtale en temporale kwabben. Aan de binnenkant van de hemisfeer wordt hij van de pariëtale kwab gescheiden door de pariëto-occipitale groeve. De windingen en groeven aan de buitenkant van de occipitale kwab zijn onregelmatig en variabel. De binnenkant van deze kwab wordt door een brede groeve verdeeld in de wig (cuneus) en de gyrus lingualis (gyrus lingualis).

De occipitale kwab is geassocieerd met visuele functies. Aan de binnenkant van de occipitale kwab, in het calcarinusgebied (sulcus calcarinus) en langs de randen ervan in de wig- en linguale groeve, bevinden zich de visuele geleiders die van de periferie komen. Deze gebieden vormen de projectiezone van de visuele analysator. In de overige delen van de occipitale kwabben, in de buitenste delen ervan, vindt een complexere en subtielere analyse en synthese van visuele waarneming plaats.

[ 1 ]