Dwarsbuikspier

De dwarse buikspier (m. transversus abdominis) vormt de diepste, derde laag in de laterale delen van de buikwand. De bundels van de dwarse buikspier liggen horizontaal, van achter naar voren en mediaal. Ze ontspringen aan de binnenkant van de zes onderste ribben (bezetten de ruimtes tussen de tanden van het ribbengedeelte van het middenrif), op de diepe plaat van de lumbosacrale fascia, de voorste helft van de binnenste lip van de crista iliaca en het laterale derde deel van het ligamentum inguinale. Vlakbij de laterale rand van de musculus rectus abdominis gaan de spierbundels over in een brede aponeurose langs een lijn die mediaal concaaf is - de halvemaanvormige (Spiegeliaanse) lijn (hinea semilunaris).

Functie van de dwarse buikspier: verkleint de buikholte, is een belangrijk onderdeel van de buikspierpers, trekt de ribben naar voren naar de middenlijn.

Innervatie van de transversale buikspier: intercostale (ThV-ThXII), iliohypogastrische (ThXII-LI) en ilioinguinale (LI) zenuwen.

Bloedvoorziening van de musculus transversus abdominis: arteria intercostale posterior, arteria epigastrica superior en inferior, arteria diafragmatica.