Longaders

Vanuit de haarvaten in de longen beginnen venulen, die samenkomen in grotere aderen en in elke long twee longaders vormen.

Van de twee rechter longaders heeft de bovenste een grotere diameter, omdat deze bloed afvoert uit twee lobben van de rechterlong (superieure en middelste). Van de twee linker longaders heeft de onderste ader een grotere diameter. Bij de poorten van de rechter- en linkerlong bezetten de longaders het onderste deel. In het achterste bovenste deel van de wortel van de rechterlong bevindt zich de rechter hoofdbronchus, ervoor en eronder bevindt zich de rechter longslagader. Bij de linkerlong bevindt de longslagader zich erboven, en erachter en eronder bevindt zich de linker hoofdbronchus. Bij de rechterlong liggen de longaders onder de slagader, volgen ze bijna horizontaal en op hun weg naar het hart bevinden ze zich achter de vena cava superior, het rechteratrium en het opstijgende deel van de aorta. De beide linker longaders, die iets korter zijn dan de rechter, bevinden zich onder de linker hoofdbronchus en zijn eveneens in dwarsrichting naar het hart gericht, vóór het afdalende deel van de aorta. De rechter en linker longaders, die het pericardium doorboren, monden uit in het linker atrium (hun eindgedeelten worden bedekt door het epicard).

De rechter bovenste longader (v. pulmonalis dextra superior) verzamelt bloed niet alleen uit de bovenste, maar ook uit de middelste lob van de rechterlong. Vanuit de bovenste lob van de rechterlong stroomt het bloed via drie aders (zijtakken): de apicale, de anteriore en de posterieure. Elk van deze aders is op zijn beurt gevormd door de samensmelting van kleinere aders: intrasegmentale, intersegmentale, enz. Vanuit de middelste lob van de rechterlong stroomt het bloed via de ader van de middelste lob (v. lobi medii), gevormd uit de laterale en mediale delen (aders).

De rechter onderste longader (v. pulmonalis dextra inferior) verzamelt bloed uit vijf segmenten van de onderste longkwab van de rechterlong: de bovenste en de onderste – mediaal, lateraal, anterieur en posterieur. Vanuit de eerste stroomt het bloed via de bovenste ader, die gevormd is door de samensmelting van twee delen (aders) – intrasegmentaal en intersegmentaal. Vanuit alle onderste segmenten stroomt het bloed via de gemeenschappelijke basisader, die gevormd is door twee zijtakken – de bovenste en onderste basisader. De gemeenschappelijke basisader, die samensmelt met de bovenste ader van de onderste longkwab, vormt de rechter onderste longader.

De linker bovenste longader (v. pulmonalis sinistra superior) verzamelt bloed uit de bovenste longkwab (het apicaal-posterieure, het anteriore, en ook de bovenste en onderste linguale segmenten). Deze ader heeft drie zijtakken: de posteroapicale, anteriore en linguale ader. Elk van deze aders is gevormd door de samenvloeiing van twee delen (aders): de posteroapicale ader - vanuit het intrasegmentale en intersegmentale deel; de anteriore ader - vanuit het intrasegmentale en intersegmentale deel; en de linguale ader - vanuit het bovenste en onderste deel (aders).

De linker onderste longader (v. pulmonalis sinistra inferior) is groter dan de rechterader met dezelfde naam en voert bloed aan vanuit de onderste lob van de linkerlong. De bovenste ader vertakt zich vanuit het bovenste segment van de onderste lob van de linkerlong, die gevormd is door de fusie van twee delen (aders) - intrasegmentaal en intersegmentaal. Vanuit alle basale segmenten van de onderste lob van de linkerlong, net als in de rechterlong, stroomt bloed uit via de gemeenschappelijke basale ader. Deze wordt gevormd door de fusie van de bovenste en onderste basale ader. De voorste basale ader mondt uit in de bovenste, die op zijn beurt samensmelt vanuit twee delen (aders) - intrasegmentaal en intersegmentaal. Als gevolg van de fusie van de bovenste ader en de gemeenschappelijke basale ader wordt de linker onderste longader gevormd.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ], [ 6 ]